De DocUpdate (2 september 2019)
1. Freek (maandag, 20.25 uur, op NPO2)
Zouden Freek (achternaam, De Jonge, eigenlijk overbodig) en zijn onafscheidelijke vrouw Hella in het echt – ik bedoel: als Dennis Alinks camera níet draait – ook over kunst en kitsch bomen tijdens de afwas en vervolgens een grapje met elkaar maken over het vleesmes dat hij achteloos onder zijn oksel heeft gestoken en waar zij bijna tegenaan is gelopen? Met andere woorden: hoe spontaan – echt, zo je wilt – zijn de fly on the wall-scènes die de filmmaker toont van de cabaretier en zijn echtgenote? Hoe zij zijn haren knipt, hoe de televisie aanblijft tijdens het eten en hoe ze in de voorbereiding op een voorstelling kibbelen over een klein detail in het decor.
Zien we daar de waarachtige Freek of krijgen we die juist te zien in de gestileerde, speciaal voor deze film uitgevoerde scènes en liedjes in stemmig zwart-wit of zijn gearrangeerde ontmoetingen met z’n zus, de partner van Bram Vermeulen (met wie hij ooit Neerlands Hoop vormde) en vakgenoten als André van Duin, Herman Finkers en Jack Klöters. Heeft hij, kortom, een podium nodig om zichzelf te kunnen zijn? ‘Ben jij dan een man die op het toneel, in de voorstelling, wél kan nadenken en praten en dingen aan de orde kan brengen’ wil Klöters weten, ‘maar privé, thuis en met vrienden veel minder?’ ‘Ja’, beaamt Freek. Over Hella: ’Vorige week stonden we nog samen op het toneel. Dan interview ik haar en zeg ik: ik ben zo blij dat we eens even kunnen praten, want thuis lukt dat niet.’
Die paradox zit op alle mogelijke manieren ook in dit grillige portret van de inmiddels bijna 75-jarige podiumtijger verweven, waarbij Alink als interviewer zijn hoofdpersoon zo nu en dan even probeert te ontregelen. Uit zijn spel te halen, als het ware. ‘Hoe lang ken jij Jacques nu?’, vraagt hij bijvoorbeeld halverwege Freek (80 min.) tijdens het regelmatig in de film terugkerende tweegesprek van De Jonge en Klöters. ‘Wij moeten elkaar kennen vanaf ’65, ’66’, antwoordt Freek welwillend. Waarna de interviewer, alsof hij een onthulling van formaat op het spoor is, zijn kans schoon ziet: ‘En hoe heten Jacques’ kinderen?’ De komiek begint te lachen. ‘Dat weet ik niet.’ Klöters kopt de voorzet vervolgens hoogstpersoonlijk binnen: ‘Heb jij een vriendenkring?’ ‘Nee’, geeft Freek grif toe. ‘Zoals jij vrienden definieert, dat heb ik niet.’
Het is geen treurige conclusie. Uiteindelijk telt alleen de bühne, zoveel is duidelijk. Daar voelt die benige streber zich volledig vrij. Maar wanneer bereikt Freek (nee, niet: Vonk) zijn uiterste houdbaarheidsdatum? Of ligt die, zonder dat hij het zelf doorhad, al enige tijd achter hem? Het zijn urgente vragen waarmee hij zichzelf in de herfst van zijn leven en carrière gedurig lastigvalt. Intussen doet Alink een ferme greep in de grabbelton van driekwart eeuw Freek de Jonge. Dat zorgt zo nu en dan voor frictie, waarbij de filmmaker de grenzen opzoekt die zijn subject juist probeert te bewaken. Die confrontaties geven dit intrigerende portret, waarin de hoofdpersoon zijn masker niet (altijd) afdoet maar ook niet wordt afgeschminkt, een gezonde spanning. Freek is daardoor net als zijn hoofdpersoon: ambitieus, ongemakkelijk en (meestal) onverminderd boeiend.
2. American Factory (Netflix)
In de donkere dagen van de economische crisis van 2008 besluit General Motors zijn fabriek in Dayton te sluiten. Zo'n 10.000 mensen in Ohio raken hun baan kwijt. Twee jaar later beginnen Chinese bedrijven te investeren in de regio. In de oude GM-fabriek wordt een Amerikaanse vestiging van Fuyao Glass geopend, waar een combinatie van oud-autowerkers en ingevlogen Chinezen aan de slag gaat. De cultuurshock, die in American Factory (110 min.) door Steven Bognar en Julia Reichert (in opdracht van het productiebedrijf van Barack en Michelle Obama) treffend en genuanceerd is gedocumenteerd, laat zich voorspellen.
De nieuwe kansen voor Amerikaanse arbeiders, die enkele jaren eerder keihard zijn geraakt door de crisis, gaan bijvoorbeeld ook gepaard met aanmerkelijk lagere lonen. En op medewerkers die daar iets tegen willen doen en zich aansluiten bij een vakbond zit het nieuwe management bepaald niet te wachten. ‘Een vakbond beïnvloedt efficiëntie en schaadt ons bedrijf’, aldus Fuyaos gestaalde CEO Cao Dewang. ‘Dan lijden we verliezen. Als er een vakbond komt, dan sluit ik de fabriek.’ Amerikaanse werknemers zijn voor zijn begrip sowieso al niet productief. En dan hebben ze ook nog veel te veel zelfvertrouwen, constateert Dewangs Chinese directeur van de Amerikaanse vestiging. Je moet ze paaien. ‘Ezels worden graag geaaid met de haarrichting mee', zegt hij. 'Anders schoppen ze.'
Tijdens een werkbezoek in China zien de Amerikanen met eigen ogen hoe hun dociele Chinese collega's op welhaast militaire wijze worden gedrild. Vrije dagen en vakantie hebben ze vrijwel niet. En van Arbo-wetgeving heeft nog nooit iemand gehoord. Het helpt dat de Fuyao-vakbond ook niet echt een gevaar vormt. De voorzitter is tevens secretaris van de Communistische Partij en, oh ja, een zwager van de directeur van de fabriek. De Amerikanen kijken hun ogen uit, zeker tijdens de speciale Fuyao-show op oudejaarsavond, waarin bedrijf en management zowat heilig worden verklaard. Het is een prachtige scène, waarbij de Amerikaanse werkemannen zich eerst verbazen, daarna enthousiast worden en uiteindelijk ontroerd raken. En aan het eind mogen ze zelf het podium op voor een kolderieke versie van de Village People-hit YMCA.
Bognar en Reichert hebben jaren de tijd genomen om alle verwikkelingen bij Fuyao te registreren. Die ausdauer betaalt zich uit: het proces van aantrekken en afstoten is minutieus vastgelegd, met oog voor het menselijke verhaal en gevoel voor humor. Ook de toegang tot zowel de nieuwe directie als Chinese en (ontevreden) Amerikaanse medewerkers, is opmerkelijk. De filmmakers hebben blijkbaar behoorlijk vrij hun gang kunnen gaan. Zo hebben ze mooi wederzijdse vooroordelen, ook op managementniveau, kunnen vangen. Want hoeveel goede wil alle betrokkenen ook ten toon spreiden, samenwerken blijft geven en nemen - of, zoals sommige betrokkenen dat ervaren: je eigen idealen prijsgeven.
Het is onvermijdelijk dat het bedrijf en een deel van de arbeiders uiteindelijk tegenover elkaar komen te staan. Die confrontatie wordt in het boeiende American Factory van binnenuit weergegeven, zonder dat de makers al te duidelijk een kant of standpunt kiezen. Ontwikkelingen binnen de wereldeconomie worden zo teruggebracht naar de werkvloer, waar gewone mensen in hun inkomen proberen te voorzien.
Op Netflix is tevens een speciale Q&A te vinden, waarin Steven Bognar en Julia Reichert in gesprek gaan met hun producenten Barack en Michelle Obama.
3. Roll Red Roll (Netflix)
De soundtrack voor de langste nacht van haar leven kwam van Nirvana: Rape Me. De jongens, footballers van een plaatselijke middelbare school, voegden meteen de daad bij het woord. En ‘Jane Doe’ was het slachtoffer. Gewillig of niet? Want dat is na afloop van het 'feest' de sleutelvraag: was het anonieme zestienjarige meisje een bereidwillige participant, een sletje dat zich dronken liet voeren? Of toch slachtoffer van een groepsverkrachting, die naderhand door de daders en hun verlekkerd meekijkende vrienden via sociale media enthousiast werd uitgevent?
Plaats van handeling is Steubenville, een arbeidersstadje in Ohio, dat trots is op het American footballteam van de Big Red High School (strijdkreet: Roll Red Roll). En juist twee spelers van die ploeg, Trent Mays en Ma’lik Richmond, raken in augustus 2012 in opspraak vanwege een al te uitbundige zaterdagavond. Het slachtoffer zelf herinnert zich niets, maar de talloze SMS'jes, foto's en social media-berichtjes van de footballers spreken boekdelen over wat er heeft plaatsgevonden op het gezellige feestje van het stel.
In de lokale gemeenschap is nochtans lang niet iedereen overtuigd van de slechte intenties van 'hun' jongens, getuige Roll Red Roll (80 min.). Het gaat volgens sommige Ohioans om een typisch ‘she said, he said’-verhaal. Ze zal er, zo wordt er dan zo treffend bijgezegd, zelf wel om gevraagd hebben. Dat lijkt op zijn beurt een typisch geval van 'victim blaming'. Hoewel het slachtoffer, om heel begrijpelijke redenen, verstek laat gaan in deze film, weet regisseur Nancy Schwartzman met beelden van getuigenverklaringen en verhoren de zaak toch helder over het voetlicht te brengen.
Ze accentueert die in deze gedegen documentaire zo nu en dan met agressieve metalmuziek en kadert de gebeurtenissen in met de misdaadblogger die de zaak aan het rollen bracht, enkele activisten (#OccupySteubenville) die er een landelijk nieuwsverhaal van maakten en de rechercheur, aanklager en advocaten van dienst. Gezamenlijk schetsen ze een zorgwekkend portret van Average America, waar tienerjongens in de 21e eeuw er (blijkbaar) nog altijd geen been zien in het gebruiken van een (laveloos) meisje voor eigen gerief en de volwassenen om hen heen dat vergoelijken of zelfs in de doofpot proberen te stoppen.
4. Daymohk: Het Land Van De Voorouders (woensdag, om 23.00 uur, op NPO2)
Het hart van elke ideologie wordt gevormd door de cultuur, zegt de Tsjetsjeense Minister voor Pers en Politiek in deze documentaire over Daymohk. Het kindercollectief voor zang en dans geldt als een uithangbord voor het regime van Tsjetsjenië’s onbetwiste leider Kadyrov, die nauwe banden onderhoudt met Ruslands autocraat Vladimir Poetin.
Tussen 2000 en 2006 maakte de dansgroep van Ramzan Ahmadov diverse tournees door Europa. Daymohk lapte toentertijd het imago op van een land, dat al jaren in een bloedige burgeroorlog was verwikkeld. ‘Onze vader heeft ons geleerd aan de mensen te tonen dat wij niet enkel terroristen, bandieten, vechtjassen zijn’, zegt Ahmadovs zoon Hasan, tegenwoordig vice-minister van Tsjetsjenië. ‘Dat wij ook cultuur en tradities hebben en ook mensen zijn.’
Met beelden die ze zelf filmde voor Dans, Grozny, Dans, een documentaire van Jos de Putter uit 2003, maakt Masha Novikova in Daymohk: Het Land Van De Voorouders (57 min.) helder hoe het de 'perfecte ambassadeur voor de vrede' sindsdien is vergaan. Grauwe beeldmateriaal van die turbulente periode, in split screen gepresenteerd, wordt afgewisseld met gestileerde moderne danssequenties, die prima aansluiten bij de smetteloze versie van de Tsjetsjeense cultuur die Daymohk is gaan vertegenwoordigen.
De grote leider zelf is intussen alom tegenwoordig in het land: via televisie, op billboards of gewoon in huis, op foto’s en schilderijen. Hij en de cultuur die hij vertegenwoordigt worden permanent verheerlijkt en dat laat de bebaarde macho zich lekker aanleunen. Daymohk levert ook z'n (verplichte) bijdrage: Kadyrovs kinderen dansen bijvoorbeeld in het gezelschap en danspasjes van de president, 'een heel goede danser', worden verwerkt in voorstellingen.
Het kinderensemble speelt zo een prominente rol in het verbeelden van wat de historicus Timothy Snyder de politiek van de eeuwigheid noemt: de verering van een mythisch land dat nooit heeft bestaan, met Tsjetsjenen als onversaagde ridders die altijd weer een nieuwe vijand moeten bestrijden. Novikova vangt die unheimische atmosfeer in een documentaire die langzaam maar zeker onder de huid kruipt.
5. De Terugkeer Van Drs. P. (donderdag, om 22.55 uur, op NPO2)
Hij is een representant van een verloren Nederland, waarin illustere mannen als Godfried Bomans, Wim Sonneveld en Gerard Reve uitbundig met de Nederlandse taal speelden: Heinz Polzer alias Drs. P. (1919-2015). Hij zou dit jaar honderd zijn geworden. Een gedistingeerde heer met een serieuze taalkronkel, die klassiekers als Veerpont (‘Heen En Weer’), Dodenrit en Knolraap En Lof, Schorseneren En Prei heeft nagelaten. Gezongen met die onvaste, uit duizenden herkenbare stem, boordevol speelse taal en met veel, heel veel, humor.
Intimi als P’s stiefzoon en ‘tovenaarsleerling’ Ivo de Wijs, zijn chauffeur en geluidstechnicus, cabaretier Erik van Muiswinkel (die ‘s mans liedjes zingt in de voorstelling Buigt Allen Mee Voor Drs. P.), vriend en dichter Jean Pierre Rawie en Polzers biograaf Michèl de Jong steken in De Terugkeer Van Drs. P. (56 min.) de loftrompet over de ondoorgrondelijke Polzer, die via archiefmateriaal, waaronder zijn hilarische media-optredens, aan een nieuwe generatie wordt voorgesteld.
Ze belichten in deze televisiedocu van Marcel Goedhart tevens de tragische kant van het afstandelijke heerschap, dat wars was van het tonen of uitspreken van emoties. Zijn privéleven, met een naar verluidt erg lastig huwelijk, schermde hij zoveel mogelijk af. Zelfs zijn beste vrienden kwamen bijvoorbeeld nooit bij hem thuis. Totdat hij zichzelf op hoge leeftijd langzaam maar zeker begon kwijt te raken. Zijn uitgever Vic van de Reijt kreeg op een gegeven moment maar liefst twee nieuwjaarskaarten, vertelt hij. En, wat misschien nog wel tekenender was: de tekst daarop rijmde niet eens.
De purist Polzer was langzaam maar zeker aan het vastlopen in de taal die volgens hem zo lenig was. Het einde dat hij zo had gevreesd ('heel langzaam bederven') vormt de vanzelfsprekende climax van deze boeiende film - al hadden de wazige, figuratieve beelden van jonge adepten die zogenaamd de aftakelende P. bezoeken en verzorgen achterwege kunnen blijven. De doctorandus, zijn absurdistische werk en de verhalen daarover leveren meer dan genoeg brandstof voor een interessant portret.
Filmmaker Frank van Osch maakte in 2006 eveneens een documentaire over Drs. P. Een aanvankelijk onwillige Heinz Polzer verleende daaraan tóch zijn medewerking. Drs. P, Niet Van Talent Gespeend is nog altijd te zien op de website 2doc.nl.
6. De klassieker: Dichter Bij Tanja (2doc.nl)
Leo de Boer wil Dichter Bij Tanja (90 min.) komen. Uiteindelijk komt de filmmaker echter vooral dichter bij een andere Nederlandse vrouw in Colombia, Liduine Zumpolle. Als vertegenwoordiger van de organisatie Handen Voor De Vrede probeert zij, met gevaar voor lijf en leden, guerrillero’s los te weken uit de FARC. En bij die revolutionaire beweging heeft Tanja Nijmeijer zich aangesloten, een Overijssels meisje met een sterk rechtvaardigheidsgevoel. Zo is ze in het hart van de bloedige burgeroorlog beland, die al een halve eeuw woedt in het Zuid-Amerikaanse land.
‘Een zeer onzeker, emotioneel zwabberend meisje’, zegt Liduine over Tanja in deze documentaire uit 2010. ‘A rebel without a cause.’ Ze heeft in eerste instantie weinig goeds te melden over de studente die in het ‘suffe Groningen’ al bezig was met de dierenbescherming en veganistisch at en in Colombia de wapens opnam. ‘Er kwamen een paar linkse, ongetwijfeld goed salsa dansende, muziek makende en hash rokende Colombianen langs en daar is ze aan verslingerd geraakt.’ Tegelijkertijd herkent Liduine zich ook in Tanja. Zij arriveerde ooit met soortgelijke idealen in Zuid-Amerika.
De struise FARC-kenner lijkt Leo de Boers enige kans om in contact te komen met de hoofdpersoon van zijn film. De familie van Tanja wil niets van hem weten, bang om wéér gebruikt te worden door journalisten die maar geen genoeg krijgen van hun iconische dochter. De Nederlandse filmmaker moet zich dus verlaten op Liduine, die net als Tanja door roeien en ruiten gaat om haar doelen te verwezenlijken. Het publiceren van uitgelekte Nijmeijers dagboeken bijvoorbeeld. Zonder dat ze het zelf echt doorheeft, groeit zij uit tot het belangrijkste personage van De Boers documentaire.
Via Liduine brengt hij zijn zoektocht naar de mythische revolutionair Tanja Nijmeijer in beeld. Dat gaat niet zonder slag of stoot. Het knettert regelmatig tussen de vrouw die Tanja wakker wil maken uit haar boze droom en de man die diezelfde droom ook wel romantisch vindt. Allebei hebben ze bovendien hun eigen motieven om ‘de Hollandse’ op te sporen. Hij een film. Zij, zo blijkt later, een boek. Intussen probeert De Boer ook de contacten met Tanjas moeder warm te houden. Als zij ervan overtuigd raakt dat zijn queeste een brug naar haar dochter kan leggen, wil ze wellicht tóch meewerken.
Stukje bij beetje komt Leo de Boer zo steeds dichter bij het subject van zijn film. Al heeft hij geen idee waar hij haar moet zoeken. Of Tanja überhaupt nog in leven is.
Vijf jaar na dato keken Leo de Boer en Liduine Zumpolle met Chris Kijne terug op hun gezamenlijke onderneming in de Colombiaanse jungle. Niet veel later deed ook Tanja zelf van zich spreken.
Tot slot...
Tot zover de DocUpdate van deze week.
Op NPO2 wordt verder vanaf maandag de Oscar-winnende docuserie OJ: Made In America herhaald.
Dinsdag start verder op Canvas de serie American Dynasties: The Kennedys.
Donderdag is op de Vlaamse zender ook Whitney: Can I Be Me te zien, een tragisch portret van zangeres Whitney Houston. Rond middernacht op NPO2 de indringende documentaire Solitary, over eenzame opsluiting in Amerikaanse gevangenis Red Onion State.
Verder ben ik ook benieuwd naar Inclusief, een documentaire over Belgische kinderen met een beperking die op een reguliere basisschool zitten. Zondagavond te zien op Canvas.
Op Netflix is Screwball te bekijken, een kolderieke film over een dopingschandaal in het Amerikaanse honkbal. Ik heb al diverse positieve stukken gelezen over deze docucomedy (bijvoorbeeld over de keuze om kinderen de hoofdrol te geven in reconstructies van bepaalde gebeurtenissen), maar het lukt mij niet om er doorheen te komen.
Volgende week in De DocUpdate: de beste inpakker van de wereld, een bipolair meisje dat zowel Aphrodite als Persephone was en nieuwerwetse manieren om te sterven. Tenminste: in Amerika.
PS
Als je geen nieuwsbrief hebt ontvangen (bijvoorbeeld omdat je spamfilter hem heeft onderschept), kun je altijd terecht bij het chronologische overzicht van alle nieuwsbrieven. Daar kun je ook de nieuwste DocUpdate vinden. Bedenk echter: zonder tegenbericht verschijnt er elke week een DocUpdate.
En mocht je inspiratie of achtergrondinformatie kunnen gebruiken, kijk dan op de DocUpdate-website, waarop zo’n 650 documentaires, met kijklinks, zijn te vinden. Je kunt zoeken op titel, maker, thema en trefwoord.
Onder de noemer Boeijen Bekijkt 't schrijf ik ook elke maand een bijdrage voor de website 2Doc.nl, de website voor documentairefilms van de Publieke Omroep. Ditmaal: Zijn Wij Dit?