De DocUpdate (29 oktober 2018)
1. Making A Murderer (Netflix)
Zit er opnieuw een hype in Making A Murderer? Nou nee. De true crime-serie van Laura Ricciardi en Moira Demos veroorzaakte in 2015 een wereldwijde mediastorm. Door menigeen is er dan ook reikhalzend uitgezien naar dit tweede seizoen over Steven Avery en zijn medeplichtige Brendan Dassey, die al dan niet onterecht zijn veroordeeld voor de moord op de fotografe Teresa Halbach. Dat is echter een overbodige exercitie geworden.
Steven, een telg van de beruchte Avery-familie uit Manitowoc County in Wisconsin die eerder al achttien jaar onterecht in de gevangenis heeft gezeten voor aanranding en poging tot moord, wordt sinds enige tijd vertegenwoordigd door een nieuwe advocaat: Kathleen Zellner. Jarenlang was ze al tevergeefs door mensen uit de kring van Steven benaderd om zijn verdediging over te nemen. Daar kwam toen geen enkele reactie op. Na het succes van Making A Murderer, en het effect dat de serie had op de status van Averys vorige advocaten Dean Strang en Jerry Buting, is ze alsnog aan boord gekomen.
Wat voor de gestaalde dame pleit: ze heeft negentien keer eerder een ten onrechte veroordeelde man vrijgepleit. Volgens eigen zeggen meer dan willekeurig welke andere Amerikaanse advocaat. Wat ook voor Kathleen Zellner pleit: ze is een uitstekende nieuwe hoofdpersoon voor het tweede seizoen van deze documentairereeks, die zelf een auto aanschaft om te laten testen, proefschiet met een geweer of experimenteert met reageerbuisjes bloed. Zellner heeft bovendien wel wat weg van Morticia uit de televisieserie The Addams Family en is gezegend met een krachtig brein, een vlijmscherpe tong en een neus voor publiciteit.
Met nieuwe deskundigen, die het bestaande bewijsmateriaal tegen het licht houden, en allerlei extra onderzoeken en tests probeert ze de zaak heropend te krijgen. Intussen pogen ook Laura Nirider en Steve Drizin, de nieuwe advocaten van Brendan Dassey, om het vonnis tegen hun cliënt te laten herroepen. De pleitbezorgers van de veroordeelden zijn de echte hoofdpersonen van dit tweede seizoen. Steven Avery en Brendan Dassey, die hun kant van het verhaal zo langzamerhand ook wel hebben verteld, zijn niet meer dan figuranten. Al heeft Steven een nieuwe vriendin, een pas gescheiden blondine die wel een rol voor zichzelf ziet in de serie.
Daarnaast neemt dit tweede seizoen uitgebreid de tijd voor een portret van de Avery- en Dassey-families en het bijbehorende milieu, dat we voor het gemak maar white trash zullen noemen. Dat is heel aardig, maar draagt niet per definitie bij aan het opvoeren van het tempo en het aanbrengen van spanning in de serie, die in het eerste seizoen voortdurend van dramatische cliffhanger naar opzienbarende wending leek te stomen. Dit vervolg is erg stroperig, valt regelmatig in herhaling en wordt soms gewoon ronduit saai. Alsof Ricciardi en Demos zich hadden voorgenomen om het complete onderzoek van de verdediging van Steven Avery en Brendan Dassey tot in detail in beeld te brengen en ergens onderweg het uitgangspunt uit het oog zijn verloren dat Making A Murderer toch eerst en vooral een interessante documentaire zou moeten zijn.
Na opnieuw tien uur Avery/Dassey, waarin alle mogelijke onderzoekspistes zijn doorlopen en toch nog geen heel overtuigende theorie wordt geformuleerd over wat er dan precies is gebeurd of wie Teresa Halbach dan wél heeft vermoord, is het je als kijker zwaar te moede. Lamgeslagen door alwéér een nauwelijks te controleren scenario, test of onderzoek, waarmee Zellner en haar medewerkers voor de camera een toneelstukje opvoeren. Met enige goede wil is er uit deze eindeloze verzameling speculaties, herhaling van zetten en (twijfelachtige) verdachtmakingen een enerverende documentaire van pak 'm beet anderhalf uur te peuren, die iets meer klaarheid brengt in de mogelijke justitiële dwaling rond Avery en Dassey. Héél veel meer zit er echt niet in.
Making A Murderer kiest duidelijk de kant van het verdedigingsteam van Steven Avery en Brendan Dassey - al doen Ricciardi en Demos zo nu en dan via nieuwsitems, interviews en archiefmateriaal voorzichtige pogingen om ook de kijk van de tegenpartij mee te nemen. De aangekondigde documentaireserie Convicting A Murderer belooft de zaak écht vanuit het perspectief van het Openbaar Ministerie te belichten. Het zal me benieuwen óf, en zo ja wát, we daar dan weer wijzer van worden.
2. Protocol Van Mijn Vader (maandag, om 20.55 uur, op NPO2)
Een man jogt alleen door de Nederlandse polder. Hij sleept een beetje met een been, maar zijn ademhaling klinkt regelmatig en hij houdt behoorlijk tempo. Intussen horen we een telefoontje naar 112. Een vrouw zegt: 'Mijn man wordt net wakker en hij praat heel onduidelijk. Ik kan hem niet verstaan.' De medewerker van 112 besluit om met spoed een ambulance te sturen. Intussen gaat de joggende man steeds langzamer lopen. In slow-motion. De camera zoomt op hem in, op zijn hoofd in het bijzonder.
De openingsscène van Protocol Van Mijn Vader (53 min.) is spannend en filmisch. Daarna volgt een wat overcomplete voice-over van maakster Melliena Beckmann, die erg veel van het navolgende verhaal prijsgeeft. De hardlopende man is haar vader, die enkele jaren geleden een zogenaamde ‘wake-up stroke’, een herseninfarct tijdens zijn slaap, heeft gehad. Vader Beckman was eigenlijk ten dode opgeschreven, maar werd voor de poorten van de hel weggesleept door dokter Bonte, de dienstdoende neuroloog van het ziekenhuis.
Jan Bonte is een karakteristiek heerschap. Als Beckmann hem anderhalf jaar later volgt tijdens een dagje als freelancer in het ziekenhuis, draagt hij onder zijn openhangende witte jas een T-shirt met de tekst ‘I’m pretty confident my last words will be “well shit, that didn’t work”’ erop. Een arts kortom, die de gebaande paden durft te verlaten en zo nodig zijn eigen plan trekt. ‘No guts, no glory’, zoals hij dat zelf noemt, Maar als hij de protocollen doorbreekt, zoals in het geval van Beckmanns vader, kan hij natuurlijk ook tegenover zijn directe collega’s komen te staan.
Samen met haar familie en de rebelse arts (ander shirt: 'skilled enough to become a doctor, crazy enough to love it') reconstrueert Melliena Beckmann de gebeurtenissen na het herseninfarct van haar vader en de gevolgen daarvan. Lukt het hem om zijn leven weer op te pakken? En hoe is dat voor zijn echtgenote? Beckmann, die haar ouders netjes met u aanspreekt, brengt het herstelproces met een combinatie van privéfilmpjes en documentairemateriaal treffend in beeld. Het eindresultaat is wel wat onevenwichtig: een ‘kleine’ egodocu, die tevens wat halfslachtig een ‘grote’ ethische kwestie probeert aan te snijden.
3. Shirkers (Netflix)
De wereld van onze jeugd is allang verdwenen. Met elk jaar raken we verder verwijderd van wie we ooit waren en wat we ooit deden. Sandi Tan heeft tenminste de film nog. Althans, had de film nog moeten hebben...
De dwarse tiener uit Singapore liep begin jaren negentig met een wild idee rond. Samen met haar hartsvriendinnen Jasmine Ng (montage) en Sophie Siddique (productie) wilde ze een speelfilm maken. Over een meisje zoals zij. Sterker: ze schreef zelf het script en nam natuurlijk ook de hoofdrol op zich. Shirkers zou de eerste Singaporese indiefilm worden. Een Aziatische zusterfilm van Rushmore en Ghost World, Hollywood-klassiekers die pas jaaaren later zouden worden gemaakt. Maar ergens onderweg viel de droom van Sandi Tan in duigen.
Ruim 25 jaar later is de speelfilm die nooit de bioscoop zou halen uitgelopen op een documentaire. Via de wonderlijke, spannende en uiteindelijk ook tragische verwikkelingen rond Shirkers (97 min.) reconstrueert de kunstzinnige veertiger de wereld van haar jeugd. Het meisje waarvan ze nu denkt dat ze toen was, maar ook de schilderachtige omgeving waarin ze zich toen bewoog. Het Singapore dat is ingehaald door economische voorspoed en voorgoed van gedaante is veranderd.
Daarvoor trekt Tan, die later carrière zou maken als filmcriticus, schrijfster en filmer, alle lades van haar jonge jaren helemaal open: schrijfsels, tekeningen, filmpjes, knipsels, brieven, knutselwerkjes... En de bijbehorende mensen, surrealistische taferelen en overgesatureerde kleuren. Relikwieën van een verloren tijd, die hier op een bijzonder joyeuze manier, met een overdaad aan liefde voor cinema met een rafelrandje, tot leven wordt gewekt.
Al die afzonderlijke brokstukken van een onbezonnen leven worden door Sandi Tan zelf aaneen gepraat tot een boeiend coming of age-drama, waarin ze tevens het geheim probeert te ontrafelen van de enigmatische vaderfiguur Georges Cardona, die haar film destijds slinks de nek omdraaide - en Shirkers, op het Sundance-festival bekroond met de World Cinema Documentary Directing Award, nu indirect een tweede leven en een véél groter publiek heeft bezorgd.
4. God's Address (woensdag, om 22.55 uur, op NPO2)
God in Jeruzalem heeft het er maar druk mee. Via briefjes die zijn gemaild of verzonden naar de Westelijke Muur, volgens de overlevering het centrum van de wereld waar direct contact tussen mens en God mogelijk is, krijgt hij talloze brieven: ‘Heer, bescherm mij en mijn familie en het bedrijf.’ ‘Heer, help me om de vrouw te zijn die ik wil zijn.’ En natuurlijk: ‘Heer, ik heb gezondigd.’
Mensen van allerlei slag wenden zich tot het opperwezen van hun keuze in God's Address (54 min.), een filmische ontdekkingsreis door gelovig Jeruzalem, de Israëlische stad waar het jodendom, de islam en het christendom samen (moeten) leven. Drie geloven op één kussen, daar slaapt zéker de Duivel tussen. Want natuurlijk beschouwt iedere stroming zijn eigen eigen God ook als De Enige Ware.
De onverzoenlijke houding van sommige stadsbewoners wordt in deze beklemmende film verpersoonlijkt door twee ijzeren Heinige vrouwen uit Oost-Jeruzalem, een joodse en islamitische fundamentalist. Van vreedzame coëxistentie lijken zij nog nooit te hebben gehoord. Aangevuurd door hun extremistische politieke leiders zoeken ze voortdurend de confrontatie.
De filmmakers Noa Ben-Shalom en Geert van Kesteren laten daarnaast met grootse, meeslepende beelden zien hoe intens en massaal religie wordt beleefd in de bakermat van het Jodendom en het christendom, die tegenwoordig door zowel Israël als de Palestijnen wordt opgeëist. Geloven lijkt behalve een persoonlijke aangelegenheid vooral ook een collectief gebeuren, waarbij de verschillende religies zichzelf in vervoering brengen en daarnaast met elkaar in botsing komen.
De joodse archeoloog en historicus Israel Finkelstein, christelijke filoloog en theoloog Thomas Römer en Palestijnse politicoloog Mohammed Dajani Daoudi voorzien de soms bijna middeleeuwse taferelen in deze documentaire van (hun eigen) context en plaatsen deze binnen de lange historie van de heilige stad Jeruzalem, die al van oudsher heeft te kampen met religieuze spanningen.
God heeft het er maar druk mee.
5. The Trade (woensdag, om 23.20 uur, op Canvas)
Een man belt in bij het hulpnummer 911: ‘Ik denk dat mijn dochter dood is’, klinkt het nog redelijk nuchter. ‘Ze ligt in de badkamer, ik kom net binnen. Oh, mijn God! Er komt spul uit haar mond. Uit haar neus. Oh, mijn God, Ashley. Oh, Ashley. Ashley!’ Ashley Staub sterft uiteindelijk aan een overdosis heroïne. Haar twee kinderen speelden in de kamer verderop. Ashleys ouders zitten in zak en as. Zij weet bovendien dat hij ook ooit met een verslaving kampte. Heeft hij die zwakte doorgegeven aan zijn dochter? Agenten nemen de zaak in onderzoek. Haar verslaafde ex-vriendje lijkt erbij betrokken te zijn. Maar hoe komt hij aan zijn dope?
De agenten zoeken door. Terwijl ze speuren naar Ashleys leveranciers krijgen ze meer begrip voor ‘die junkies’, die ze voorheen vooral beschouwden als op te jagen wild. Het blijken gewoon mensen. The Trade (258 min.), een vijfdelige serie van Matthew Heineman over de zogenaamde ’opioid crisis’ die woensdag start bij Canvas, belicht de catastrofe die zich in de afgelopen jaren heeft afgetekend via een mozaïek van direct betrokkenen. Gewone – en, opvallend genoeg, vrijwel altijd blanke – mensen uit alle uithoeken van de Verenigde Staten en Mexico. Columbus, Ohio. Juarez, Chihuahua. Atlanta, Georgia. Voetsoldaten en burgerslachtoffers van de opnieuw oplaaiende ’war on drugs’.
Een moeder die haar verslaafde zoons in het gareel probeert te houden (en er één uiteindelijk buiten moet trappen). Don Miquel, het hoofd van de heroïnebende van Guerrero dat zijn territorium wil beschermen. De hoogzwangere dealer. Een Amerikaanse 'cop’ die in de buurt probeert te komen van de hoogste echelons van een drugskartel. De Mexicaanse man op zoek naar zijn vermiste broer. Een federale agent die in Mexico rücksichtslos poppyvelden laat platbranden. De koelbloedige professionele killer. Een oudere zus die de was doet voor haar verslaafde broer. En alle uitgeteerde lijven, die allang de geest lijken te hebben gegeven en zweren bij die godvergeten naald.
Met de voortreffelijke vijfdelige serie The Trade borduurt Matthew Heineman voort op zijn geweldige documentaire Cartel Land uit 2015. Hij zit het drugsspook dat door heel Noord-Amerika waart voortdurend op de hielen en laat zien hoe het in allerlei verschillende, veelal oerlelijke, gedaanten steeds weer de kop opsteekt. Daarbij schakelt hij voortdurend tussen meta- en microniveau; de majestueuze poppyvelden die voor welvaart zorgen aan de ene kant van de grens, zaaien dood en verderf aan de andere kant, bij twee tot elkaar veroordeelde junks in een troosteloos drugspand.
Heineman hanteert intussen met verve het principe ‘show, don’t tell’. Interviews blijven in het fascinerende The Trade vrijwel volledig achterwege. Hij laat van heel dichtbij zien hoe zijn personages grip proberen te krijgen op hun leven en geeft hen diepte middels een ‘monologue interieur’, interviewfragmenten buiten beeld waarmee hij de kijker als het ware in hun hoofd laat kruipen. Soms lijkt wat er voor Heinemans uiterst doeltreffende camera gebeurt bijna te ‘mooi’ om waar te zijn. Alsof hij een real life mash-up van Narcos en The Wire heeft gemaakt, waarin iedere speler, door een wrede speling van het lot gecast, zich netjes aan zijn uitgeschreven rol houdt.
6. De klassieker: Supersize Me (YouTube)
'We knew we couldn't market our way out of Super Size Me', bekende Alistair Macrow, senior vice president marketing van McDonald’s in 2014, tien jaar na het verschijnen van Morgan Spurlocks klassieke debuutfilm. De film uit 2004 bracht alle negatieve headlines over McDonald's bij elkaar, aldus Macrow in dit artikel. En dus moest het anders bij de fastfoodketen: gezondere maaltijden en minder milieuschade. Vervat in een hagelnieuw groen logo dat de welbekende gele M met rode achtergrond inmiddels heeft vervangen.
Een documentaire die een multinational dwingt om zijn beleid bij te stellen. Dat kan alleen in Amerika, zou je zeggen. Het basisidee voor Super Size Me (99 min.) is dan ook even simpel als briljant: Morgan Spurlock, de goedlachse filmmaker met de karakteristieke druipsnor, besluit om dertig dagen lang alleen bij McDonald’s te gaan eten. Daarbij neemt hij zich bovendien plechtig voor om geen nee te zeggen als wordt aangeboden om het bestelde eten te ‘supersizen’. En, oh ja, net als de meeste doorsnee Amerikanen gaat hij het ook een maand zonder lichaamsbeweging doen. Alles met de auto dus.
Zijn vriendin, actief als vegetarische kok, houdt haar hart vast. En dat moet Spurlock zelf ook gaan doen als hij eenmaal goed, driemaal daags dus, in het menu van kolossale hamburgers, megafriet en extra large cokes zit. Ook al wordt hij daarbij begeleid door doctoren, een inspanningsfysioloog en een diëtiste. Spurlock gaat zich zienderogen minder goed voelen. Zowel lichamelijk als geestelijk. Illustratief is een klassieke scène waarin hij achter het stuur een Supersize-menu verorbert. Nadat hij achtereenvolgens McGurgles, McGas en McBurps te verduren heeft gekregen, volgt een heuse McPuke. Spurlock hangt zijn hoofd uit het raam en loost het fast food-menu, even snel als het is weggewerkt, weer op straat.
Tussen het (vr)eten door gaat Morgan Spurlock met deskundigen en gewone Amerikanen in gesprek over hoe obesitas het land in zijn greep dreigt te krijgen. Hij presenteert zijn bevindingen op een zeer toegankelijke manier met vlotte graphics, kekke animatiefilmpjes en catchy muziekjes, waardoor deze film op maat gesneden is voor een groot publiek. Spurlock wil daarbij, op zijn Michael Moores, ook echt een punt maken: de fast food-industrie die overal zijn vleugels uitslaat en zich in het bijzonder richt op jonge kinderen, moet dringend een halt worden toegeroepen. Om aan te tonen hoezeer McDonald’s is doorgedrongen tot de kindergeest, legt hij aan een paar willekeurige kinderen enkele foto’s voor: van die man met baard, ene Jezus Christus, hebben ze geen idee wie het is. Maar die guitige clown kennen ze allemaal: Ronald McDonald.
Hoewel Super Size Me McDonald’s min of meer heeft gedwongen om zijn assortiment te vergroenen, is het bedrijf met de alom tegenwoordige M anno 2018 nog steeds de wereldwijde marktleider. Zoals de Big Mac al die tijd gewoon de onbetwiste verkooptopper is gebleven. Blijkbaar zijn wij, de consumenten van al dat snelle eten, echt onverbeterlijk. In zijn voorstelling Functioneel Naakt vroeg cabaretier Theo Maassen zich al eens af wat het over ons zegt dat juist de zaak die zo ongezellig mogelijk is ingericht, zodat klanten er doorgaans snel weer weg willen, heeft kunnen uitgroeien tot het succesvolste restaurant aller tijden.
Vorig jaar maakte Morgan Spurlock een vervolg op zijn klassieke film: Super Size Me 2: Holy Chicken!. Deze documentaire is echter nooit officieel uitgebracht. Nadat Spurlock in de hoogtijdagen van #MeToo middels deze open brief zijn excuses aanbood voor seksueel wangedrag, heeft de distributeur van de film zich teruggetrokken.
Tot besluit...
Tot zover de DocUpdate van deze week. Dinsdag zendt NPO2 nog In Praise Of Nothing uit en donderdag Being Mortal.
Op donderdag vertoont Canvas bovendien de aardige muziekdocumentaire Morphine: Journey Of Dreams, een portret van de band Morphine rond de jong gestorven zanger/bassist Mark Sandman (aan wie eerder al de docu Cure For Pain is gewijd). En zondag is op dezelfde zender The Distant Barking Of Dogs te zien.
Zonder tegenbericht verschijnt er overigens elke week een DocUpdate. Als je desondanks geen nieuwsbrief hebt ontvangen (bijvoorbeeld omdat je spamfilter hem heeft onderschept), kun je altijd terecht bij het chronologische overzicht van alle nieuwsbrieven. Daar kun je ook de nieuwste DocUpdate vinden.
En mocht je inspiratie of achtergrondinformatie kunnen gebruiken, kijk dan op de DocUpdate-website, waarop bijna 400 documentaires, met kijklinks, zijn te vinden. Je kunt zoeken op titel, maker, thema en trefwoord. Er gaat een wereld voor je open, zeg ik zonder enige bescheidenheid.
Volgende week in De DocUpdate: de geweldige Nederlandse documentaire The Bastard. NPO2 zendt dan de (ingekorte) televisieversie van deze film van Floris-Jan van Luyn uit. Bij De Correspondent is deze week echter al de bioscoopversie van mijn favoriete film van dit jaar te bekijken. Tot en met zaterdag. Geen excuus, zou ik zeggen. Kijken!
Gegroet,
PS
De jeugddocu Luister van Astrid Bussink heeft op het Cinekid-festival de prijs voor De Beste Korte Documentaire gewonnen met haar fraaie korte film Luister over de kindertelefoon, die hier is te bekijken.