De DocUpdate (9 mei 2022), met o.a. Bill Cosby, Adolf Hitler, Aleksej Navalny, The Big Conn en Marc Dutroux
1. We Need To Talk About Cosby (vanaf dinsdag 10 mei, om 22.15 uur, op Canvas)
Als Zwart Amerika één gidsfiguur heeft gehad in de tweede helft van de twintigste eeuw, dan was het Bill Cosby. Ga maar na: hij geldt als de eerste breed geaccepteerde zwarte stand-up comedian, had als allereerste Afro-Amerikaan een hoofdrol in een televisieserie (I Spy), ontwikkelde zich in de jaren zeventig tot de grote kindervriend Fat Albert en floreerde tenslotte jarenlang als Amerika’s favoriete vaderfiguur Cliff Huxtable in de immens populaire The Cosby Show. En toen staken er steeds hardnekkigere geruchten de kop op over het drogeren en seksueel misbruiken van talloze vrouwen.
We Need To Talk About Cosby (236 min.) herbergt natuurlijk diverse pijnlijke getuigenissen van de vrouwen die, gedurende ruim een halve eeuw, werden misbruikt door ‘America’s Dad’. Toch is deze vierdelige documentaireserie van W. Kamau Bell veel meer dan de volgende #metoo-productie, waarin een bewonderde bekendheid wordt ontmaskerd als een vunzige machtswellusteling die geen enkel respect heeft voor de grenzen van een ander. Om precies te zijn, in Bill Cosby’s geval: als de belichaming van de zwarte verkrachter, die zich ook zomaar aan witte vrouwen kan vergrijpen.
Bell richt zich niet alleen op het afschminken van de notoire geilneef – en na bijna vier uur rest er van het Afro-Amerikaanse icoon nauwelijks meer dan een zielig hoopje man – maar plaatst hem ook nadrukkelijk binnen zijn culturele context: een zwarte gemeenschap die snakt naar rolmodellen en in Bill Cosby bijna een halve eeuw een ideaal uithangbord lijkt te hebben gevonden. In dat opzicht doet We Need To Talk About Cosby denken aan een andere epische docuserie over een gevallen zwart symbool, O.J.: Made In America (2016), over de van moord verdachte oud-footballer O.J. Simpson.
W. Kamau Bell, die zich als komiek een erfgenaam van Cosby voelt, vergeet ook diens verdiensten niet. De comedian/acteur/producent/schrijver heeft grote waarde gehad voor de ontwikkeling van een soort zwart bewustzijn. ‘Mensen zien in Cosby twee verschillende personen’, zegt schrijver/docent Jelani Cobb. ‘De ene is de grote mensenvriend en de andere een onvervalst roofdier. Maar ik vraag me af of je die twee van elkaar kunt scheiden.’ Want elke publieke belofte, daad of gift verhoogde Bill Cosby’s status en maakte het moeilijker om hem van zijn voetstuk te stoten.
Met een uitgelezen selectie van veelal zwarte oud-medewerkers, intellectuelen en deskundigen licht Bell de verschillende aspecten van Bill Cosby’s leven en carrière door, waarbij hij soms plotseling, zonder aankondiging vooraf, afslaat richting een individueel slachtofferverhaal. Zoals het ook in de praktijk ging: terwijl het publieke personage Bill Cosby weer een nieuwe manier had gevonden om ieders hart te veroveren, speurde de vent daarachter voortdurend naar jonge, kwetsbare vrouwen om enkele Quaalude-pilletjes te laten slikken en daarna zijn lusten op te botvieren.
De documentairemaker laat zijn gesprekspartners ook naar Cosby’s werk kijken. Fragmenten die destijds onschuldig leken, krijgen met de kennis van nu een geheel nieuwe lading en leiden tot ongemakkelijke conclusies. Dat het geperverteerde oeuvre van de inmiddels ook van wandaden beschuldigde shockrocker Marilyn Manson allerlei clous bevat over wat hij privé zoal uitspookte, kan nauwelijks een verrassing zijn. Maar dat ook de aimabele vrouwen(!)arts Cliff Huxtable uit The Cosby Show soms opzichtig hintte naar de hitsigheid van zijn bedenker/vertolker wekt toch wel enige verbazing.
Cosby’s strapatsen bleven echter verdacht lang een publiek geheim. Ook omdat zijn eigen gemeenschap ten koste van alles wilde voorkomen dat zwarte mannen zoals hij publiekelijk werden gelyncht. Totdat de comedian Hannibal Buress in 2014 de handschoen oppakte. ‘’Als je hier weggaat, googel dan “Bill Cosby verkrachting”’, hield hij zijn publiek voor. ‘Dat is niet grappig bedoeld. Die shit levert meer resultaten op dan “Hannibal Buress”.’ Zijn min of meer spontane actie vormde het startschot voor de publieke ontmanteling van het fenomeen Bill Cosby.
Deze intelligente, gelaagde en aangrijpende serie voorziet de Kwestie Cosby, en de toxische mannencultuur die de entertainer is gaan representeren, van allerlei verschillende perspectieven en zoekt daarbij ook de pijnpunten binnen de zwarte wereld op. ‘Eerlijk gezegd heb ik tijdens het maken van deze documentaire vaak overwogen om ermee te stoppen’, zegt W. Kamau Bell niet voor niets. ‘Ik wilde vasthouden aan mijn herinneringen aan de Bill Cosby van voordat ik Bill Cosby leerde kennen.’
2. Hitler En De Macht Van Het Beeld (maandag 9 tot en met woensdag 11 mei, om 22.15 uur, op NPO2)
Al lang voordat hij een machtige leider was, werd Adolf Hitler al als zodanig geportretteerd. Dat was een weloverwogen keuze: als het beeld maar krachtig genoeg is, volgt de werkelijkheid vanzelf. Centraal in die bepalende beeldvorming was Heinrich Hoffmann, de fotograaf van de NSDAP, betoogt Hitler En De Macht Van Het Beeld (135 min.).
Hoffmann zorgde er bijvoorbeeld voor dat Hitler op foto’s altijd centraal in beeld stond, dan streng in de camera tuurde en zo overkwam als een sterke leider. Een echte staatsman, die achter de schermen stiekem op grote gebaren oefende. Beelden waarop de aanstaande Führer als een gewoon kwetsbaar mens was te zien werden natuurlijk zorgvuldig weggehouden van gewone Duitsers. Tegelijkertijd moest hij als een echte man van het volk worden geportretteerd.
Die delicate balanceeract vormt de kern van de eerste aflevering van dit interessante journalistieke drieluik, waarin de beeldonderzoekers Erik Somers en René Kok van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD), die onlangs het boek Adolf Hitler, De Beeldbiografie uitbrachten, worden gevolgd bij hun pogingen om Hitlers beeldvoering te reconstrueren. Daarbij komen ook diverse historici, direct betrokkenen en overlevenden aan het woord.
Deel 2 van de miniserie van Mélinde Kassens en Arjan Nieuwenhuizen belicht de periode dat Hitler, na de door propagandaminister Joseph Goebbels gedirigeerde verkiezingscampagne Hitler Über Deutschland, aan de macht komt: de slinkse campagnes om de jeugd aan deze vader des vaderlands te binden, Richard Wagners bombastische muziek, het massamedium radio, de duivels knappe propagandafilms van Leni Riefenstahl en het ultieme witwasevenement, de Olympische Spelen van Berlijn.
In het slot buigt Hitler En De Macht Van Het Beeld zich over de oorlogsjaren, als Adolf Hitler steeds meer een geïsoleerde leider wordt. Op de beelden van die tijd blijft hij echter het onbetwiste ‘Dreh- und Angelpunkt’ van de Duitse oorlogsmachine. Intussen is het onafwendbare verlies van nazi’s nooit te zien. Zulke beelden zijn pas achteraf, toen Hitlers nederlaag al was bezegeld, beschikbaar gekomen. En toen zou er nog veel meer bewijsmateriaal tegen de nazi’s boven tafel komen...
Als Der Führer zijn land, miljoenen mensen en zichzelf in de afgrond heeft gestort, krijgt zijn beeltenis ook zijn definitieve karakter: als verpersoonlijking van het kwaad. Deze miniserie drukt eenieder echter nog eens goed met de neus op de feiten: een leider die de media van zijn tijd beheerst, zowel letterlijk als figuurlijk, kan tot ongekende hoogten stijgen – of voorgaan in een afdaling richting de hel.
3. Navalny (donderdag 12 mei, om 22.15 uur, op NPO2)
Ze geven elkaar een ‘high five’, Aleksej Navalny en Christo Grozev. Samen hebben ze zojuist het complot om Navalny te vermoorden ontrafeld. Grozev, een Bulgaarse nerd die actief is voor het onderzoekscollectief Bellingcat, heeft eerst allerlei datasets gecombineerd en zo ontdekt wie er verantwoordelijk waren voor de vergiftiging van de Russische oppositieleider. En Navalny zelf heeft de Russische geheimagenten vervolgens vanaf zijn hersteladres in Duitsland onder een valse naam gebeld en voor de camera verleid om details van het complot aan hem prijs te geven. De gesprekken zullen in zijn eigen veelbekeken YouTube-show belanden.
Het is een fascinerende scène: de man die op 20 augustus 2020 ternauwernood een moordaanslag – met het favoriete gif van de Russische geheime dienst FSB: Novichok – heeft overleefd luist de professionele killers er nu ijskoud in en haalt zich daarmee wederom de woede op de hals van president Vladimir Poetin, die al enige tijd consequent weigert om zijn naam uit te spreken. Aleksej Navalny is een man met stalen ballen, zo blijkt opnieuw als hij korte tijd later terugkeert naar Rusland. Op het vliegveld van Moskou loopt hij begin 2021, vastberaden, recht in de armen van een arrestatieteam.
De contouren van Navalny’s epische clash met de dictator die zijn land al sinds 2000 in een ijzeren greep houdt en de voorlopige afloop daarvan mogen dan al bekend zijn, in Navalny (99 min.) krijgen ze extra diepte en impact. Regisseur Daniel Roher dringt echt door tot Poetins grote opponent en enkele van zijn getrouwen, waaronder z’n vrouw Yulia en kinderen Dasha en Zakhar. Vanuit die positie aan de binnenkant kan hij vereeuwigen hoe zij de spanningen van het moment proberen te dragen en verdrijven. Tegelijkertijd blijven ze dapper de confrontatie met het Poetin-regime zoeken. Want Navalny en de zijnen weigeren om zich monddood te laten maken – of gewoon dood.
In het centrale interview confronteert de filmmaker zijn hoofdpersoon ook met twijfelachtige episoden uit zijn politieke verleden. Dat wordt hem niet in dank afgenomen door Navalny’s medewerker Maria Pevchikh. De charismatische politicus zelf geeft geen krimp en beantwoordt alle vragen. En als Aleksej Navalny van Roher de camera krijgt om het Russische volk toe te spreken, voor het geval er iets met hem zou gebeuren, houdt hij in deze urgente en enerverende documentaire een vertrouwd klinkend pleidooi voor verzet: ‘Het enige wat het kwaad nodig heeft om te overwinnen is dat goede mensen aan de kant blijven staan.’
Hoewel Aleksej Navalny zelf, als persoon en politicus, in de afgelopen jaren bepaald niet aan de zijlijn is blijven staan, lijkt het nettoresultaat van al die moed en dat doorzettingsvermogen op dit moment uiterst teleurstellend. Want uiteindelijk eindigt deze film, die treffend het verstikkende klimaat in Poetins Rusland blootlegt, gewoon in mineur: met een held die voor onbepaalde tijd achter de tralies is beland. Intussen grossiert zijn opponent in moord en doodslag.
4. The Big Conn (Apple TV+)
Zou het hartveroverende personage Saul Goodman, de lekker louche advocaat uit de gelauwerde series Breaking Bad en Better Call Saul, misschien geënt zijn op Eric C. Conn? De advocaat uit Pikeville, Oost-Kentucky, oogt net zo goedkoop, houdt er al even dubieuze methoden op na en schaamt zich ook niet voor een Goodman-achtige commercial, compleet met country- of rapsongs, koddige dansjes en bevallige dames, onder wie de bekende pornoster Raven Riley. En Conn laat rustig, dat ook, een standbeeld van Abraham Lincoln, à 400.000 dollar, bij zijn privéparkeerplaats plaatsen.
In de mijnstreek heeft ‘Mr. Social Security’, een ‘Appalachian’ kruising tussen Robin Hood en Rudy Giuliani, aan het begin van deze eeuw een uitkeringsfraude van ruim een half miljard opgezet. Bijna honderd procent van de aanvragen voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering die hij indiende namens zijn cliënten, doorgaans slecht opgeleide en al enige tijd werkeloze werkemensen, werden toegewezen door één en dezelfde rechter: David Daugherty uit Huntington, West-Virginia. En daarvan kreeg de doorgewinterde – opgelet! – Connman dan weer een heel fijn percentage, dat werd geïnvesteerd in zo ongeveer een week vakantie per maand.
The Big Conn (232 min.), de vierdelige serie van James Lee Hernandez en Brian Lazarte (McMillions) over die kwestie, profiteert intussen van een heuse sterrencast: via passages uit zijn ongepubliceerde autobiografie, ingesproken door Boyd Holbrook, wordt de Conn-artiest zelf opgevoerd. Hij zal ook nog op andere manieren van zich laten horen. Daarnaast is er bijvoorbeeld Mason Tackett, een lochte hillbilly-variant op Eminem. Jennifer Griffith en Sarah Carver, klokkenluiders bij de Sociale Zekerheidsadministratie, fungeren als de tweekoppige Erin Brockovich, terwijl Damian Paletta, de Woodward & Bernstein voor hetzelfde geld van The Wall Street Journal, de zwendel uiteindelijk publiek maakt.
In de handen van Hernandez en Lazarte, die hun sappige schelmenverhaal opleuken met erg dik aangezette reconstructiescènes, losse humor en ludieke muziekjes (waaronder de kraker Little Green Bag van George Baker, dat sinds Quentin Tarantino’s Reservoir Dogs toch echt als een afgelikte boterham geldt), wordt Conn een nóg larger than larger than life-personage. Hoe vaak hij is getrouwd, daarover verschillen bijvoorbeeld de meningen. Ergens tussen de zes en veertig keer. ‘De vent heeft gewoon geen moreel kompas’, stelt Conns goedlachse advocaat Scott White. ‘Je kunt een slang niet verwijten dat ie zich als een slang gedraagt.’
Te midden van Conns kolder dreigt de achterliggende problematiek – van de gewone mensen met een haperend lichaam, die zich ook bij Kentucky’s eigen Goodman hebben gemeld – verloren te gaan. Want als de Amerikaanse overheid begint terug te slaan en toegekende uitkeringen ineens stopzet, worden zij geacht om de klappen op te vangen. Als deze kwetsbare Amerikanen in aflevering drie letterlijk in beeld komen, verandert deze miniserie even rigoureus van toon. Die plotselinge aandacht voor Conns slachtoffers blijft alleen een beetje een fremdkörper. Al snel vervolgt The Big Conn z’n weg weer als het type vermakelijke real life-misdaadkomedie, dat tegenwoordig per strekkende meter wordt afgeleverd.
5. Petites (zondag 15 mei, om 21.55 uur, op Canvas)
Ruim 25 jaar zijn alweer verstreken sinds België en de rest van de wereld in de greep raakten van Marc Dutroux. Zijn arrestatie in 1996 zette een collectieve martelgang in gang. Eerst werden de vermiste meisjes Sabine en Laetitia aangetroffen in zijn huis in het Waalse Marcinelle, onder de rook van Charlois. Later bleek dat hij, samen met zijn vrouw Michelle Martin en handlanger Michel Lelièvre, ook verantwoordelijk was voor de geruchtmakende verdwijningen van andere jonge meisjes, waarnaar al een hele tijd werd gezocht: Julie en Melissa. En An en Eefje.
Over Marc Dutroux, de gewetenloze kinderontvoerder en -verkrachter, de spil van een internationaal (?) pedofielennetwerk en de volksvijand die enkele jaren later zowaar nog uit de gevangenis wist te ontsnappen ook is sindsdien veel gezegd en geschreven. Over het complete falen van de Belgische rechtsstaat, waardoor hij véél te lang ongestoord zijn gang kon gaan, eveneens. En over de massale volkswoede als gevolg daarvan, die op 20 oktober 1996 culmineerde in de zogenaamde Witte Mars te Brussel, een massale betoging zonder spandoeken of politieke slogans, natuurlijk ook.
De Zaak Dutroux behoort tot de grootste trauma’s van het moderne België. Dat is ook de insteek die regisseur Pauline Beugnies kiest in de documentaire Petites (Engelse titel: The End Of Innocence, 93 min.). Ze belicht de tragische geschiedenis vanuit het perspectief van kinderen die met ‘Dutroux’ opgroeiden, op zijn jachtterrein bovendien. Gedetailleerd schetsen dertig volwassen Belgen, off screen, hoe ze de gebeurtenissen als kind hebben beleefd en welke gevolgen die hadden voor hun ontwikkeling. De één verzamelde krantenknipsels, een ander maakte speciale radio-uitzendingen over de kwestie.
Hun herinneringen – van ongeloof, angst en verdriet – worden ondersteund door nieuwsreportages en interviews uit de periode dat de nachtmerrie aan het licht kwam en ogenschijnlijk willekeurige familievideo’s uit dezelfde tijd – VHS-beelden die zomaar uit onze eigen kindertijd of gezinnen afkomstig hadden kunnen zijn. Op die manier vloeien de waan van die donkere dagen en de dagelijkse dingen uit het leven van een opgroeiend kind samen tot een persoonlijke impressie van de kwestie die onder de huid van een complete generatie is gekropen en daar springlevend lijkt te zijn gebleven.
‘Voor mij kan elke volwassene een gevaar zijn’, illustreert één van de geanonimiseerde hoofdpersonen bijvoorbeeld treffend hoe seksualiteit voor haar al op heel jonge leeftijd bezoedeld is geraakt. ‘Maar ik wil m’n kinderen die verdrongen gevoelens ook niet inprenten. Daar mogen zij niet het slachtoffer van worden.’ Even daarvoor heeft iemand ook al geconstateerd dat de volwassenen destijds hun catharsis hebben gehad met het politieke debat. ‘Daarmee hebben ze al hun emoties kunnen uiten’, klinkt het spijtig. ‘Al die opstandigheid, wrevel en haat. En de kinderen, tsja…’
Het is een wrange conclusie voor een krachtige film, over Dutroux' directe en indirecte slachtoffers en het land waarin zij nu al 25 jaar leven.
6. Meltdown: Three Mile Island (Netflix)
De speelfilm The China Syndrome, waarin Jane Fonda en Michael Douglas als respectievelijk verslaggever en cameraman misstanden op het spoor komen bij een Amerikaanse kerncentrale, is twaalf dagen eerder in première gegaan. En nu lijkt de werkelijkheid Hollywood zowaar in te halen: bij Three Mile Island ontstaat in maart 1979 een ernstig probleem. Tsjernobyl, de grootste nucleaire ramp uit de wereldgeschiedenis, ligt nog zeven jaar in de toekomst verscholen - en daarna zal het nog eens 25 jaar duren voordat de aarde wordt opgeschrikt door Fukushima.
Het ongeluk in Middletown, Pennsylvania, waardoor iedereen die niet ziende blind wilde zijn wel overtuigd moest raken van de risico’s aan kernenergie, is daardoor enigszins in de vergetelheid geraakt. In de vierdelige serie Meltdown: Three Mile Island (176 min.) reconstrueert Kief Davidson met direct betrokkenen, ooggetuigen, omwonenden, journalisten en deskundigen het ernstigste nucleaire ongeval op Amerikaans grondgebied. Als het allereerste gevaar lijkt te zijn afgewend, volgen de zorgen over de volksgezondheid en dreigt er zich nóg een ramp te voltrekken.
Davidson wil van die ontwikkelingen vooral een spannend heldenverhaal maken, niet zozeer een serieuze verhandeling over de gevaren van kernenergie. De gebruikelijke respons op een ongeval - paniek, ontkenning, zorg - maakt gaandeweg plaats voor thrillerachtige elementen: kwade opzet, intimidatie en samenzwering. Daarbij wordt ook al snel het verband gelegd met een andere Hollywood-hit: Silkwood, een waargebeurd verhaal waarin Meryl Streep een klokkenluider in een Amerikaanse plutoniumfabriek vertolkt, die uiteindelijk zal omkomen bij een mysterieus auto-ongeluk.
De Karen Silkwood van Meltdown luistert naar de naam Rick Parks. Als medewerker luidt hij de noodklok over de kerncentrale. ‘Alleen met een camera op hun beide mondhoeken’, zegt hij met gevoel voor drama over de bedrijfsleiding, ‘zou je kunnen ontdekken uit welke ze logen.’ Waarna hij, om zijn woorden nog eens kracht bij te zetten, even met priemende ogen richting de camera kijkt. Punt. Parks’ ‘tone of voice’ sluit naadloos aan bij de met acteurs nagespeelde scènes die Meltdown soms eerder het karakter van een Hollywoodthriller geven dan van een historische reconstructie.
De drang om een bingehit te scoren, waarbij de behoefte om te amuseren de noodzaak om te informeren regelmatig overvleugelt, ondermijnt zo nu en dan de authenticiteit van deze miniserie, die een nog altijd relevant maatschappelijk thema behandelt.
7. De klassieker: Trophy (HBO Max)
Weinig berichten zorgen op de sociale media voor meer verontwaardiging dan de selfies van plezierjagers die met een tandpastasmile, doorgeladen geweer en opgestoken duim poseren bij een wild dier dat ze zojuist hebben geschoten. De Texaanse schapenhouder Philip Glass, één van de hoofdpersonen van de prachtige documentaire Trophy (88 min.) is zo’n westerling. Nadat hij zijn zoontje Jasper thuis zijn eerste hert heeft laten schieten, gaat hij in Afrika op zoek naar de heilige graal van de jacht, The Big Five.
Want een beetje jager, die bereid en in staat is om de poeplap eens stevig te trekken, heeft ze op zijn palmares staan: een buffel (9000 dollar), luipaard (20.000), olifant (45.000), leeuw (50.000) en neushoorn (350.000). De prijs is afhankelijk van de beschikbaarheid van de dieren. Als ze bijna zijn uitgestorven en de vraag dus het aanbod overstijgt, ligt die natuurlijk hoger. Zo werkt de economie nu eenmaal, ook in de commerciële jacht.
Vanuit een rijtjeshuis in een nette Nederlandse stadswijk is het heel verleidelijk om Glass en de zijnen direct te veroordelen. De situatie ligt echter genuanceerder dan je in eerste instantie zou denken. Door neushoorns van hun hoorn te ontdoen, bescherm je hen, meent de Zuid-Afrikaan John Hume bijvoorbeeld. Ivoor is nu eenmaal meer waard dan goud of heroïne. Als je de hoorns kunt verkopen, ga je de neushoorn echt niet meer doden. ‘Wie slacht er nu de kip met de gouden eieren?’
Één klein probleem: het verkopen van ivoren hoorns is illegaal. Daardoor krijgen jagers, waarbij je dan weer een onderscheid moet maken tussen stropers en commerciële jagers, volledig vrij spel. Deze film zit vol met dergelijke dubbele bodems. Niets is zo eenvoudig als het lijkt. Zo schijnen de big five-dieren aan een opmars bezig te zijn. Nu ze zoveel economische waarde vertegenwoordigen, worden ze veel nadrukkelijker gefokt en keren ze langzaam maar zeker terug in hun land van oorsprong.
Trophy brengt het gehele speelveld van de (commerciële) jacht in kaart; van de jagers en fokkers tot de dierenbeschermers en activisten (voor wie jagen niets minder dan moord is). De documentaire van Shaul Schwartz uit 2017 doet dat kalm en genuanceerd, met oog voor beide kanten van de medaille. Tegelijkertijd komen sommige scènes keihard binnen; alsof je zelf een kogel in het lijf krijgt geschoten, omdat een ander zich zo nodig moet bewijzen.
Mensen zoals Philip Glass – geen zoon van de befaamde componist overigens, maar van een doorgewinterde jager – willen gewoon weten hoe het voelt om een iconisch dier te vellen. ‘Yeah!’, klinkt het uit de grond van zijn hart als hij in Namibië een olifant (in de rug) heeft geschoten. Het beest ligt nog een tijdje hartverscheurend te kermen, voordat het zijn genadeschot krijgt en op de foto mag met de held die hem doodde.
De Afrikaanse medewerkers die Glass naar zijn ‘kill’ hebben begeleid, zijn nochtans niet onder de indruk, zo vertellen ze elkaar stiekem. Het beest is nauwelijks volgroeid. Telt dit wel als een echte olifant? De bebaarde Texaan, die gelooft in zijn ‘god given right’ om te heersen over de dieren, denkt intussen alweer aan zijn volgende prooi, die voor het oog van de camera koud moet worden gemaakt: een leeuw.
In de bioscoop
Myanmar Diaries (vanaf donderdag in de bioscoop)
Op 1 februari 2021 gaat het licht uit in Myanmar. Alweer. Met veel machtsvertoon nemen militairen de macht over in het Aziatische land, ook wel bekend als Birma. En dan is het gedaan met de vrijheid. Van doen, zijn en denken. De nieuwe machthebbers proberen het land bovendien hermetisch van de buitenwereld af te sluiten. Net als in de korte documentaire Sad Film, een eerdere productie van het gezichtsloze Myanmar Film Collective die is uitgebracht door de Nederlandse documentaireproducent Zindoc, zijn alle hoofdpersonen van deze film geanonimiseerd. LEES VERDER
This Much I Know To Be True (op woensdag 11 en zondag 15 mei in de bioscoop)
De één gold een kleine veertig jaar geleden met de post-punkband The Birthday Party als de wildeman van de Australische muziek, de ander werd begin jaren negentig als voorman van het instrumentale trio The Dirty Three ‘de Hendrix van de viool’ genoemd. Toen Nick Cave in 1993 een violist nodig had voor een opname met zijn nieuwe band The Bad Seeds benaderde hij natuurlijk Warren Ellis. Die bleek een blijvertje. LEES VERDER
Notes From Brussel (maandag 9 en woensdag 11 mei in de bioscoop)
‘Het gevoel dat je onderdeel bent van een groter verhaal, is dat het waard om al je andere behoeften en verlangens te onderdrukken?’ vraagt Nadine van Loon zich halverwege haar debuutdocu af. Ze werkte ooit zelf als politiek medewerker van een Europarlementariër en haakte toen af met een burn-out. Voor haar debuutdocu heeft ze gedurende enkele jaren drie vrouwen gevolgd, die nog altijd werkzaam zijn in Brussel en Straatsburg. En dan begint het toch weer te kriebelen. Had ze niet gewoon wat harder moeten zijn voor zichzelf? LEES VERDER
Tot slot
Woensdag vertoont op NPO2 Skin + Soul: The Life And Images Of Perry Ogden, een portret van de Britse modefotograaf die zowel opdrachten uitvoert voor Vogue en Ralph Lauren als werkt aan persoonlijke projecten over de zogenaamde Smithfield Pony Kids, schilder Francis Bacon of opgroeiende Ierse jongens
NPO2 Extra zendt vrijdag Rudeboy: The Story Of Trojan Records uit. Over het Britse platenlabel dat vanaf eind jaren zestig enige tijd als bruggenhoofd fungeerde voor de wereldwijde distributie van de muziekgenres reggae, ska en rocksteady
Op NPO3 is vrijdag vanaf 21.20 uur het eerste deel van de Social Media Murders-serie te zien: The Murder Of Molly McLaren.
Over deze nieuwsbrief
Als je geen nieuwsbrief hebt ontvangen (bijvoorbeeld omdat je spamfilter hem heeft onderschept), kun je altijd terecht bij het chronologische overzicht van alle nieuwsbrieven. Daar kun je ook de nieuwste DocUpdate vinden. Bedenk: zonder tegenbericht verschijnt er elke maandag een DocUpdate.
En mocht je inspiratie of achtergrondinformatie kunnen gebruiken, kijk dan op de DocUpdate-website, waarop ruim 1800 documentaires, met kijklinks, zijn te vinden. Via de zoekbalk rechtsboven kun je zoeken op titel, maker, thema en trefwoord.
Elke zondag bespreek ik in de nieuwsbrief de 2Doc Weekly actuele documentaires die je kunt bekijken bij de NPO. Schrijf je hier in.
En in de podcast 2Doc Belt Met Boeijen bespreek ik met Kitty Munnichs een actuele documentaire.