Editie 300 (!): Becker speelt doorgaans vooral tegen Becker. Als hij die verslaat, wint hij meestal ook wel de wedstrijd.
Toptennisser Boris Becker, indringend portret van artsen en verpleegkundigen, Lewis Capaldi, het duo Anita Ekberg en Monica Bellucci, een vrouwelijke trash metalband uit Libanon en HyperNormalisation.
Beste kijkvriend,
Welkom bij de 300e editie (!) van de wekelijkse documentairegids De DocUpdate.
Een kleine zes jaar geleden begon ik zonder al te hooggespannen verwachtingen aan een nieuwe bezigheid: deze nieuwsbrief. Ik kon toen niet vermoeden dat ik er zóveel tijd en energie aan zou spenderen. Geen seconde spijt van trouwens en voorlopig ook nog genoeg kijkhonger over. Dus ga ik gewoon door. Op naar de 400!
Te beginnen met deze volvette aflevering, die je natuurlijk gerust mag delen:
1. Boom! Boom! The World vs. Boris Becker: documentairemaker Alex Gibney probeert in dit lijvige portret de voormalige Duitse tennisser te doorgronden. Als gedreven topsporter, als doorgewinterde celebrity én - na zijn loopbaan - als gerenommeerde scheve schaatsenrijder.
2. Emergency NYC: drie jaar na de zeer indringende ziekenhuisserie Lenox Hill dringen Ruthie Shatz en Adi Barash in deze achtdelige serie opnieuw diep binnen in het leven en werk van enkele New Yorkse artsen, verpleegkundigen en patiënten. Dit resulteert opnieuw in zéér expliciete, persoonlijke en aangrijpende taferelen.
3. Lewis Capaldi: How I’m Feeling Now: terwijl de Schotse singer-songwriter werkt aan zijn tweede album, dat het succes van zijn debuut moet evenaren, probeert hij zijn demonen op afstand te houden. In een documentaire die niet geheel toevallig wordt uitgebracht als die nieuwe plaat aanstaande is.
4. Final Account: filmmaker Luke Holland spreekt de handlangers van het Derde Rijk. Niet de grote roergangers – de verpersoonlijking van het kwaad – maar de gewone bruinhemden. Doodgewone Duitse mannen en vrouwen die nu eenmaal meededen aan het grote kwaad.
5. Big Mäck: Gangster Und Gold: vermakelijke schelmenbeeldroman over de Duitser Donald Stellwag die maar liefst tweemaal betrokken raakt bij een spraakmakende misdaad. Terwijl hij volgens eigen zeggen toch echt onschuldig is.
6. The Girl In The Fountain: gecompliceerd portret van actrice Anita Ekberg, de voluptueuze blondine die door de film La Dolce Vita altijd wordt geassocieerd met de Trevi-fontein. Regisseur Antongiulio Panizzi heeft, vreemd genoeg, de brunette Monica Bellucci gevraagd om zijn heldin tot leven te wekken.
7. Sirens: levendig portret van een volledig vrouwelijke trash metalband uit Libanon. Terwijl de groep door interne spanningen uit elkaar dreigt te vallen, kan ook hun land elk ogenblik in vuur en vlam komen te staan.
8. Scènes Met Mijn Vader: gestileerde documentaire waarin Biserka Suran en haar vader Vinko een symbolische reis door het verleden maken, waarbij hun conversatie zich vooral richt op hoe ze hun land van oorsprong hebben moeten verlaten en wat ze vervolgens onderweg hebben opgepikt of zijn kwijtgeraakt.
9. De klassieker: HyperNormalisation: in plaats van het richting geven aan een alsmaar gecompliceerdere wereld verkiezen wereldleiders aan het einde van de twintigste eeuw steeds vaker een aansprekend verhaal, stelt Adam Curtis in alweer een volstrekt onnavolgbaar beeldessay uit 2016.
Verder gaan Mijn Grote Broer, onlangs op het Movies That Matter-festival uitgeroepen tot beste Nederlandse documentaire, en Holding Up The Sky in première in de bioscoop en start komend weekend in Amsterdam het muziekdocumentaire-festival In-Edit.
Gegroet,
1. Boom! Boom! The World vs. Boris Becker (Apple TV+)
Twee keer heeft Alex Gibney de voormalige toptennisser Boris Becker gesproken voor dit portret, vertelt hij aan het begin van Boom! Boom! The World vs. Boris Becker (212 min.): in 2019, op 51-jarige leeftijd, als de drievoudige Wimbledon-winnaar net vanwege mogelijke fraude in het vizier van justitie is gekomen. En drie jaar later, in het voorjaar van 2022, enkele dagen voordat hij daadwerkelijk de gevangenis in moet. Ze ogen als twee verschillende mensen: een goed geconserveerde charmeur versus een gebroken mens, een oudere man ineens, met waterige ogen, die maar niet kan begrijpen wat hem is overkomen.
De eerste Boris Becker heeft duidelijk de overhand in het eerste deel van deze tweedelige documentaire, waarin Alex Gibney de start van zijn carrière doorlicht. Van zijn eerste overwinning op Wimbledon in 1985 als zeventienjarige serve & volley-speler tot het moment dat hij de nummer 1-positie op de wereldranglijst claimt, na een heroïsche overwinning op Ivan Lendl tijdens de Australian Open van 1991. Behalve de voormalige tennistopper komen daarbij ook Beckers ex-vrouw Barbara, legendarische manager Ion Tiriac en opponenten als Björn Borg, John McEnroe en Mats Wilander aan het woord – ook over de sport tennis zelf, een grote liefde van Gibney.
De eerste helft van deel 2 benut hij voor de nazomer en herfst van Beckers carrière, waarin hij er een sport van maakt om overwinningen voor de poorten van de hel weg te slepen. Die wedstrijden worden door Alex Gibney, met behulp van een zeer uitgesproken soundtrack, weergegeven als shootouts in een spaghettiwestern. Wanneer de situatie hopeloos lijkt, haalt Boom Boom Boris het allerbeste in zichzelf naar boven. De filmmaker ziet er een metafoor in voor het leven van zijn protagonist. Eerst laat hij de boel volledig ontsporen, om de zaak daarna alsnog vlot te trekken en als een Houdini te ontsnappen – of er op zijn minst een goed verhaal aan over te houden.
Want Alex Gibney herkent ook de verhalenverteller in Boris Becker: een man die zijn eigen versie van de waarheid liever niet dood checkt. Dat doet Gibney dus voor hem: met een voice-over grijpt hij enkele keren in na een interviewfragment en meldt dan dat wat zijn hoofdpersoon hem zojuist heeft verteld wellicht toch nét iets anders ligt. Het is een betwistbare werkwijze – reparatie in de montage in plaats van directe confrontatie – van een verhalenverteller die er een specialiteit van heeft gemaakt om omstreden persoonlijkheden te portretteren (Julian Assange, Lance Armstrong en Elizabeth Holmes) en daarbij niet schroomt om ze zo nodig ook te ontmaskeren.
Het laatste uur van zijn tweeluik reserveert Gibney voor Beckers leven ná de sport, het beruchte zwarte gat, waarin hij nog een periode coach is van Novak Djokovich (die zich hier lovend over hem uitlaat) en verder vooral ernstig boven zijn stand leeft. Zo manoeuvreert hij zich steeds nadrukkelijker in de problemen én in de Duitse Boulevardbladen. Want over drie dingen raakt het land volgens de übercelebrity nooit uitgepraat: Adolf Hitler, de hereniging van Oost- en West-Duitsland én Boris Becker. Als de problemen hem boven het hoofd groeien, meldt ook Boris 2 zich weer, ontzet over hoe het leven hem nu kansloos achter volstrekt onmogelijke ballen aan laat rennen.
Een roemloze nederlaag lijkt onvermijdelijk, waarbij Alex Gibney zich ook steeds vaker opstelt als geduchte tegenstander, met bovendien een bijzonder gevaarlijk wapen: die venijnige voice-over waarmee hij zijn hoofdpersoon rücksichtslos kan fileren. Daarmee licht hij ditmaal met name Beckers financiële bokkensprongen kritisch door. Tot een totaal demasqué van de Bekende Duitser leidt dit niet. Boom! Boom! is krachtiger als psychologisch portret van een begenadigde tennisser – en daarmee van het wezen van een sport, die twee mensen fysiek en psychologisch volledig tegen elkaar uitspeelt. Totdat één van beiden omvalt.
In dat spel is en blijft Becker een nooit te onderschatten opponent. Gibney vervat dit in een dramatisch shot van die fractie van een seconde waarop hij zijn racket laat neerdalen voor alwéér een machtige service. Als Boris zijn zinnen écht zet op de overwinning en die opslag begint te lopen, dan is er meestal geen houden aan. Zoals zijn voormalige coach Günther Bosch ‘t ooit verwoordde: Becker speelt doorgaans vooral tegen Becker. Als hij die verslaat, wint hij meestal ook wel de wedstrijd.
Trailer Boom! Boom! The World vs. Boris Becker
2. Emergency NYC (Netflix)
Met Emergency NYC borduren de makers van de bijzonder indringende ziekenhuisserie Lenox Hill (2020) verder op hetzelfde concept. En dan komt dus ook de oorspronkelijke bespreking goed van pas. Met enkele kleine aanpassingen (vetgedrukt) is die zomaar geschikt te maken voor deze vervolgserie:
’Joe is veertig, heeft twee kinderen, een vrouw en een grote familie’, stelt neurochirurg David Langer de patiënt voor aan zijn collega’s. De man heeft bij een ongeluk een kogel in zijn rug gekregen. ‘Hij komt oorspronkelijk uit Oekraïne. Zijn hele familie is Oekraïens. Het is best een trieste situatie, maar we gaan doen wat we kunnen.’ Na tien seconden stilte gaat het team aan de slag.
Weinig omgevingen vormen een vruchtbaarder decor voor documentaires dan een ziekenhuis – of een traumahelikopter of ambulance. In elke kamer liggen de verhalen voor het oprapen. Van mensen die ziek, gewond of zwanger zijn en nodig geholpen moeten worden. Door artsen en verpleegkundigen die onder voortdurende hoogspanning werk van levensbelang doen. Waarbij de ‘uitslag’ op voorhand vaak nauwelijks is te voorspellen. Intussen moeten ze bovendien oog zien te houden voor de mens: de patiënt, hun collega’s én zichzelf. In zulke hachelijke omstandigheden laten mensen zien, of ze dat nu willen of niet, uit welk hout ze zijn gesneden.
Enter Emergency NYC (355 min.), een achtdelige serie waarin de filmmakers Ruthie Shatz en Adi Barash enkele New Yorkse artsen en verpleegkundigen volgen, ook in hun privéleven. Dat levert indringende verhalen op, zoals het tragische relaas van de zeventienjarige Josh die bij een schietpartij op een feestje meerder schotwonden oploopt. Terwijl hij vecht voor zijn leven, staat zijn moeder Leslie aan z’n bed. Traumachirurg Jose Prince en zijn collega’s gaan toch proberen om het probleem te verhelpen. Het wordt een aangrijpende tocht langs hoop en wanhoop, waarvan de eindbestemming bepaald niet vaststaat.
Te midden van de vaak dramatische ontwikkelingen rond hun patiënten krijgen de artsen en zorgverleners zelf ook het nodige te verstouwen. Zo treden er bij de vrijwel voltooide zwangerschap van verpleegster MacKenzie Labonte complicaties op en is het nog maar de vraag of Mirtha Macri, een arts van Spoedeisende Hulp die in Lenox Hill nog hoogzwanger was, het leven van enkele kwetsbare patiënten kan bijsturen. David Langer zelf krijgt een ski-ongeluk en wordt gediagnosticeerd met een mogelijke dwarslaesie. Kunnen zijn collega John Boockvar en de andere gedreven neurochirurgen hem helpen of zelfs redden? En hoe is ‘t voor het ‘cocky’ hoofd van de afdeling om zijn lot nu in handen van anderen te leggen?
Shatz en Barash exploreren de persoonlijke drijfveren van de artsen en verpleegkundigen, zitten hen voortdurend dicht op de huid en dringen zo diep door in de parallelle wereld van het zorgsysteem, waar een medewerker die zich niet wil laten vaccineren bijvoorbeeld moet vertrekken, alle dagelijkse beslommeringen wegvallen en het echt op leven en dood aankomt. Ze laten daarbij alles zien, waarbij ook de operatiekamer niet wordt geschuwd. Dit resulteert in zéér expliciete, bloedige en persoonlijke scènes – op het ongemakkelijke af. Hoewel sommige passages daardoor het best met afgewend gezicht kunnen worden bekeken, laat deze serie vooral zien hoe de artsen en verpleegkundigen werkelijk alles in het werk stellen om hun patiënten optimaal bij te staan.
Ook Emergency NYC ontwikkelt zich zo tot een bijzonder indringend pleidooi voor menselijke gezondheidszorg, dat wederom diepe sporen achterlaat bij de kijker.
3. Lewis Capaldi: How I’m Feeling Now (Netflix)
Hij heeft vrienden die grafdelver, dakdekker of recruiter zijn geworden. Twee anderen spelen in zijn band. Want Lewis Capaldi, een guitig joch uit het Schotse dorp Whitburn, is uitgegroeid tot een wereldberoemde zanger. Van zijn debuutalbum Divinely Uninspired To A Hellish Extent (2019), met de hit Someone You Loved, zijn inmiddels meer dan tien miljoen exemplaren verkocht.
Nu moet er een opvolger worden geproduceerd. De altijd moeilijke – cliché-waarschuwing! – tweede plaat. Die moet aantonen dat Lewis géén eendagsvlieg is. Dat hij onder druk kan presteren. Dat hij op commando hits, hits, hits! kan produceren. En filmmaker Joe Pearlman mag dit vanaf de eerste rij aanschouwen voor de documentaire Lewis Capaldi: How I’m Feeling Now (97 min.).
Vanaf het begin zit de druk er goed op bij de Schotse singer-songwriter. Voortdurend wordt er vanuit zijn professionele entourage benadrukt hoeveel albums en singles hij heeft verkocht, welke plaats die bereikten in de hitlijsten en hoe vaak hij in totaal is gestreamd. Als Capaldi al geen last had van het ‘imposter syndrome’ en schrijverspaniek, dan zou hem dat al snel worden aangepraat.
Op een gegeven moment heeft hij, samen met allerlei ingevlogen songschrijvers, toch maar liefst 54 kant en klare liedjes afgeleverd. Als hij in de opnamestudio een voorbeeld laat horen, is de eerste vraag die bij zijn manager Ryan Walter opkomt: ‘Wat vinden we? Is het zo een hitsingle?’ Toetsenist en ‘musical director’ Aiden Halliday reageert met een gepijnigde glimlach: ‘Wat een vraag, Ryan.’
‘Maar dat zijn de vragen die we moeten beantwoorden’, riposteert Walter. ‘Het heeft niet dezelfde aantrekkingskracht als Someone You Loved’, moet Halliday bekennen. Dit gesprek wordt gevoerd in aanwezigheid van de verantwoordelijke artiest, die zelf ook kritisch is. ‘Mensen houden van dingen die hetzelfde klinken’, stelt Capaldi’s manager nog. ‘Willen ze hetzelfde, maar beter, of hetzelfde?’
Het is een pijnlijke scène: de jongen die ooit onbekommerd zijn hart uitstortte op zang en gitaar dreigt vermalen te worden door de machinerie die rond hem is ontstaan. Scoren moet hij! En dat gevoel wordt alleen maar sterker naarmate de albumrelease dichterbij komt en Capaldi om de tafel moet met allerlei types uit de popbusiness. Dan spelen zijn paniekaanvallen en tics steeds nadrukkelijker op.
Dit portret maakt dat ongemak invoelbaar, maar heeft tegelijkertijd zelf ook iets ongemakkelijks. Want dat persoonlijke verhaal, en de daaraan verbonden diagnose Gilles de la Tourette, wordt nadrukkelijk ingezet om de doorstart van Lewis Capaldi’s carrière kracht bij te zetten en zijn tweede album Broken By Desire To Be Heavenly Sent, dat er op 19 mei dus gewoon gaat komen, aan te keilen.
Deze documentaire wordt daarmee toch weer eerst en vooral een promoproduct, waarbij het kwetsbare persoonlijke relaas van de artiest slim wordt uitgevent om een ‘verhaal’, en daarmee aandacht, te creëren rond zijn muziek.
Trailer Lewis Capaldi: How I’m Feeling Now
4. Final Account (Prime Video)
De laatste getuigen van het Derde Rijk. Sinds 2008 is filmmaker Luke Holland naar hen op zoek geweest. Naar de handlangers van het Derde Rijk, om precies te zijn. Niet de grote roergangers – de verpersoonlijking van het kwaad – maar de gewone bruinhemden. Doodgewone Duitse mannen en vrouwen die nu eenmaal meededen aan het grote kwaad. Via jeugdorganisaties zoals de Hitlerjugend of Bund Deutscher Mädel of bij de sterke arm van het verderfelijke regime: de Wehrmacht, Waffen-SS of de kampbewaking.
Het Horst Wessel-lied zit er nog steeds in, blijkt in Final Account (94 min.). Ze weten ook nog hoe Joden roken. Dat ze kromme neuzen hadden. En echt overal de schuld van waren – of die gewoonweg kregen. Al op jonge leeftijd werden deze onderknuppels van het nationaalsocialisme grondig geïndoctrineerd. En ze hadden toen niet de tegenwoordigheid van geest om zélf te denken. Medelijden met Joden had ie niet, vertelt Herbert Fuchs bijvoorbeeld, die later Obersturmführer bij de SS zou worden. Ook niet toen tijdens de Kristallnacht de synagoge in brand werd gestoken. ‘Het kon me helemaal niks schelen.’
Ze moeten zich nu verhouden tot dat verleden. De één raakt de geur van de gaskamers nooit meer kwijt, een ander zoekt z’n toevlucht tot het onvermijdelijke ‘Ich habe es nicht gewusst’ en een derde roemt de kameraadschap binnen de SS en wil zich daar nooit voor verontschuldigen, omdat ze in zijn ogen niets, helemaal niets, te maken hadden met de concentratiekampen. ‘Wij bevonden ons aan het front’, klinkt ’t fier. ‘Oog in oog met de vijand.’ Een ander SS-lid weigert nog altijd om te erkennen dat hij, een lid van de elite, onderdeel was van een misdadige eenheid. ‘Ik zou mezelf besmeuren als ik dat zou toegeven’, zegt hij treffend. ‘En dat wil ik niet.’
Hun getuigenissen zijn door Holland omkleed met archiefmateriaal, stillevens van het schuldige landschap, stemmige muziek en teksten waarin de tol van het naziregime nuchter wordt beschreven en becijferd. In die kille feiten zitten de gevolgen van al die individuele keuzes – of het ontbreken daarvan – opgesloten. Net als vergelijkbare films zoals het klassieke Shoah en de Nederlandse interviewfilm Zwarte Soldaten is Final Account echter het relaas van veelal jonge mensen. Waarbij de vraag onvermijdelijk is: hadden wij ‘t werkelijk anders gedaan? De moed gehad om een ander pad te kiezen? Of simpelweg het vermogen om over de eigen schutting te kijken?
Final Account komt tot een grimmige climax als voormalig SS’er Hans Werk in 2011, op de plek waar ooit de beruchte Wannseeconferentie plaatsvond, in gesprek gaat met een groepje (voor de camera geanonimiseerde) studenten. Nadat hij uitgebreid het boetekleed heeft aangetrokken en zegt dat hij zich schaamt voor wat ze overal in Europa hebben aangericht, krijgt Werk ’t aan de stok met één van de studenten. Die vindt dat hij hen een schuldgevoel zit aan te praten. De oude man reageert als door een adder gebeten: ‘Ik zeg: jij bent één van hen!’. Na een verhitte woordenwisseling wil Hans Werk zijn jonge gehoor nog één ding meegeven: laat je niet verblinden.
Want daders worden niet geboren, is ‘s mans stellige overtuiging en tevens het leidmotief voor deze ontnuchterende film. Die worden gemaakt.
5. Big Mäck: Gangster Und Gold (Netflix)
Deze bespreking is puur hypothetisch. Net als het verhaal dat Donald Stellwag vertelt. Het gaat niet over hemzelf. Het is - dat had hij toch al meteen gezegd? - ‘puur hypothetisch’. Dus de man die in de Duitse variant op Opsporing Verzocht, Aktenzeichen Ungelöst, op foto’s van een bankoverval op een Sparkasse-filiaal in Nürnberg in december 1991 is te zien kan met geen mogelijkheid Stellwag zijn. Ook al is hij ongeveer net zo oud, lang en dik én wordt hij herkend door een lokale politieman.
‘Ik was niet bang omdat ik wist dat ik niets had gedaan’, stelt Stellwag, bijgenaamd ‘Big Mäck’, zo’n dertig jaar later. Hij houdt, vanwege zijn gammele gezondheid en overgewicht liggend in bed, vol dat hij volstrekt onschuldig is. Al kan een buitenstaander zich niet aan de indruk onttrekken dat hij ook wel geniet van de aandacht die hem nu opnieuw ten deel valt. Puur hypothetisch, dan. Donald Stellwag heeft tevens een uitgesproken motief: nadat hij jaren in een Duitse gevangenis heeft doorgebracht, voelt Big Mäck nog altijd de behoefte om zijn naam te zuiveren.
Want hij blijkt wel degelijk slachtoffer te zijn geweest van een gerechtelijke dwaling. Toch? Als Stellwag zijn straf heeft uitgezeten, wordt er bij een andere bankoverval in elk geval een vingerafdruk aangetroffen van een man met min of meer dezelfde uiterlijke kenmerken. En niet veel later bekent die zowaar. Jarenlang is Donald Stellwag vervolgens - tegen betaling, stelt hij zelf - een graag geziene gast in talkshows, het slachtoffer van een overijverige openbare aanklager. Erg lang zal dat echter niet duren, want hij zal bij nóg een spraakmakend misdrijf betrokken raken.
Puur hypothetisch, natuurlijk. En ideaal voor een vermakelijke schelmenbeeldroman zoals Big Mäck: Gangster Und Gold (90 min.), waarin Fabienne Hurst en Andreas Spinrath tamelijk luchtig het leven van de linkmiegel doornemen met hemzelf en de mensen die betrokken raakten bij zijn zaak(jes). Gezien Donald Stellwags dubieuze staat van dienst is het in elk geval niet vreemd dat de politie bij die bankoverval dacht aan hem, een man die al z’n hele leven kan praten als brugman en zo in staat is om zelfs de pienterste waarheidsvorsers een rad voor ogen te draaien.
Puur hypothetisch, welteverstaan.
Trailer Big Mäck: Gangster Und Gold
6. The Girl In The Fountain (dinsdag 11 april, om 22.40 uur, op NPO2)
Waar anders kan een film over Anita Ekberg beginnen dan bij de Trevi-fontein in Rome? Daar nestelde zij zich, via de sleutelscène van Federico Fellini’s klassieke film La Dolce Vita (1960), definitief in het collectieve geheugen als de ultieme voluptueuze blonde vamp. Tenminste, als we tijdgenoot Marilyn Monroe even buiten beschouwing laten. En wie kan er beter de rol van Ekberg op zich nemen in een film over haar leven dan… Monica Bellucci?
Dat is tenslotte ook een blondine – herstel – brunette. Een frêle brunette, zelfs. De Italiaanse actrice, een voormalig ‘supermodel’, weet overigens wél wat schoonheid is en hoe die je leven kan vergemakkelijken én vergallen. Daarom dacht Antongiulio Panizzi, de regisseur van The Girl In The Fountain (tv-versie: 52 min.), in de film zelf overigens gespeeld door acteur Roberto De Francesco, meteen aan haar toen hij kernscènes uit het leven van de voormalige Miss Zweden (1951) wilde reconstrueren. De voorbereidingen, eveneens een soort re-enactments dus, werden ook meteen gefilmd als B-roll – als u het allemaal nog kan volgen.
‘Ik heb me je altijd voorgesteld in Anita’s kleren’, zegt de filmmaker, in werkelijkheid dus acteur De Francesco, daarin als Bellucci alvast een uitdagende jurk past. ‘En nu sta je hier.’ Zij vraagt zich vervolgens af of hij teleurgesteld is. ‘Je weet hoe mannen zoals jij zijn’, zegt ze, schalks lachend en een versie van zichzelf spelend, die straks de rol van Anita Ekberg moet gaan vertolken. ‘Je wilt iets, maar zodra je het hebt hoef je het niet meer.’ Samen creëren de acteurs zo een spiegelpaleis, waaruit op de één of andere manier, in Bellucci’s al dan niet uitgeschreven woorden, ‘twee geobjectiveerde vrouwen’ naar voren moeten komen.
Want De Legende Ekberg mag dan zijn begonnen in de Trevi-fontein, in zekere zin eindigden haar leven en carrière daar ook. Wie ze ook was of wat ze ook probeerde, voor haar publiek – en de paparazzi die haar belaagden – bleef ze altijd die voluptueuze blonde vamp. Een vrouw die was gereduceerd tot de fantasie die mannen van haar hadden gemaakt. Dat punt vindt op de één of andere manier ook wel zijn weg naar dit dubbelportret van Anita Ekberg en de al even bekoorlijke actrice die haar nu vertolkt – al is het de vraag of de duizelingwekkende constructie die Panizzi daaromheen heeft opgezet werkelijk meerwaarde heeft.
KIJK HIER: The Girl In The Fountain
7. Sirens (vrijdag 14 april, om 20.30 uur, op NPO2 Extra)
Ze móeten wel sletten zijn. Hoeren. Of simpelweg een gruwel Gods. Je zou kunnen zeggen: ze vragen er zelf om met hun geverfde haren, tattoos en Slayer- en Judas Priest-shirts. Wie begint er nu een trash metalband in Libanon? Met een gruntzanger(es), nota bene. En een, dat ook, volledig vrouwelijke bezetting.
Het hart van de groep wordt gevormd door twee gepassioneerde gitaristen: Shery Bchara (lead) en Lilas Mayassi (ritme). Zij kunnen doorgaan voor de Lennon en McCartney – herstel: de Hetfield en Ulrich – van Slave To Sirens. Met net zulke epische ruzies als het centrale duo van Metallica. Daar zit overigens een verhaal achter: een liefdesverhaal, om precies te zijn. Zonder dat de andere bandleden daarvan op de hoogte zijn krijgen de twee iets met elkaar.
Totdat Lilas in Sirens (79 min.) een steen in de vijver gooit en haar zinnen zet op een ander. Ze ontmoet de Syrische Alaa, die al snel overkomt naar Beiroet en daar moet worden voorgesteld aan haar ouders. ‘Als ze vragen hoe we elkaar hebben ontmoet, zeg dan dat we elkaar zijn tegengekomen bij mijn eerste bezoek aan Syrië en toen vrienden zijn geworden’, houdt Lilas haar voor. ‘Oké? Hou het kort.’ En, als ze bijna binnen zijn: ‘Let op dat je me geen schatje noemt.’
Intussen is de sfeer binnen Slave To Sirens, dat al eens mocht optreden tijdens het Britse Glastonbury-festival, te snijden. De band stevent onvermijdelijk af op een pijnlijke breuk, terwijl intussen op de achtergrond ook Libanon zelf richting een burgeroorlog lijkt te koersen. Documentairemaker Rita Baghdadi brengt die twee verhaallijnen – de ontwrichting van de band en de ontsporende protesten tegen de Libanese regering – soepel samen.
Zo ontstaat een levendig portret van een wereld die letterlijk ieder moment in vuur en vlam kan komen te staan en waarin je je als buitenbeentje – vrouwelijke metalhead en vrouw die valt op vrouwen – maar staande hebt te houden. Gelukkig leent de muziek van Slave To Sirens zich er prima voor om dat er soms eens ongegeneerd uit te gooien.
8. Scènes Met Mijn Vader (zondag 16 april, om 20.30 uur, op NPO2 Extra)
In een fraai uitgelichte, oude fabriekshal nemen Vinko en zijn volwassen dochter Biserka, nadat ze de stoelen nog even hebben schoongepoetst, naast elkaar plaats voor een persoonlijk gesprek. Filmmaakster Biserka Suran heeft allerlei vragen voor Vinko over zijn verleden in het voormalige Joegoslavië en hoe hij daar haar Nederlandse moeder ontmoette en met haar een gezin begon. Ze ontdekt ook meer over hun liefdesverhaal in een briefwisseling die de twee er op nahielden.
Toen de Joegoslavische leider Tito overleed, die bijna dertig jaar aan de macht was geweest in het communistische land, viel de door hem bijeen gehouden natie – hier tot leven gewekt met fraaie archiefbeelden – langzaam uit elkaar. Biserka’s familie besloot om naar Nederland te vluchten. Het land dat ze toen halsoverkop moesten verlaten bestaat inmiddels niet meer en is uiteengereten in verschillende naties, waaronder het land dat ze nu als moederland beschouwen: Kroatië.
Biserka en Vinko maken in de gestileerde documentaire Scènes Met Mijn Vader (46 min.), via enkele verschillende decors, een symbolische reis door het verleden, waarbij hun conversatie zich vooral richt op hoe ze hun land van oorsprong hebben moeten verlaten en wat ze vervolgens onderweg hebben opgepikt of zijn kwijtgeraakt. Dat is een persoonlijk gesprek over identiteit, land en familie, dat zo nu en dan wordt aangevuld door andere familieleden.
De zorgvuldige enscenering vergemakkelijkt de uitwisseling van gedachten en gevoelens en maakt de toegang naar herinneringen ook eenvoudiger, maar geeft de dialoog tevens een wat opgeprikt karakter. En wat er zoal te berde wordt gebracht voelt al bekend en is eerder een smaakvol opgediende reprise van dan een wezenlijke toevoeging aan het universele vluchtverhaal, dat inmiddels in alle mogelijke bewoordingen, talen en beelden is uitgedrukt.
9. De klassieker: HyperNormalisation (YouTube)
In plaats van het richting geven aan een alsmaar gecompliceerdere wereld verkiezen leiders aan het einde van de twintigste eeuw steeds vaker een aansprekend verhaal. Tijdens het bewind van de Amerikaanse president Ronald Reagan (1981-1989) dubben zijn medewerkers dit stiefbroertje van ouderwetse propaganda ‘perception management’. Met sterke verhalen beginnen ze actief de collectieve beleving van de werkelijkheid te sturen, zodat gewone Amerikanen zich voortaan met het verhaal over de werkelijkheid bezighouden, in plaats van met de werkelijkheid zelf die veler bevattingsvermogen sowieso te boven gaat.
Het is slechts één van de voorbeelden van HyperNormalisation (166 min.) die de Britse essayist Adam Curtis (The Century of The Self en Can’t Get You Out Of My Head) in deze epische film uit 2016 inzet om zijn betoog te stutten. Daarin weerklinkt opnieuw zijn geheel eigen stem. Letterlijk: die typisch Britse woordkeus en lekker pedante dictie. En figuurlijk: die volstrekt eigenzinnige visie, dwarsverbanden en interpretatie van welbekende en de meest buitenissige archiefbeelden. Waarmee geopolitieke ontwikkelingen op onnavolgbare wijze worden gekoppeld aan ideeën van denkers, kunstenaars en wetenschappers. Zo krijgen Tarkovsky’s sciencefictionfilm Stalker, de workout-video’s van Jane Fonda en wat we nu TikTok-filmpjes zouden noemen een min of meer logische plek binnen een doolhof over de schijn van het zijn, waarvan alleen Adam Curtis de uitgang kan vinden.
De term hypernormalisatie ontleent hij aan een karakterisering van de Sovjet-Unie als een samenleving waarin iedereen weet dat de leiders onzin verkopen. Met eigen ogen kunnen gewone Russen immers vaststellen dat de economie bezig is om te imploderen. Tegelijkertijd moeten ze het spel dat alles geweldig is gewoon meespelen. Want wat is het alternatief? Later schetst Curtis hoe Vladislav Surkov, als rechterhand van de Russische president Poetin, doelbewust begint te morrelen aan het concept waarheid, zodat diezelfde gewone Russen nooit zeker kunnen weten wat waar is en wat niet. Een strategie die vervolgens in de Verenigde Staten wordt toegepast door presidentskandidaat Donald Trump, die eerder in deze film al is opgevoerd als een gemankeerde ondernemer die als geen ander de façade van succes weet op te houden. De politicus Trump verslaat zo de journalistiek, stelt Curtis, want hij maakt de waarheid waarnaar zij zoeken volstrekt irrelevant.
Het is de slotsom van een nauwelijks te reproduceren narratief waarin op de één of andere miraculeuze manier ook Prozac, zelfmoordaanslagen, de voormalige Syrische dictator Hafiz al-Assad, cyberspace, de therapeutische computer ELIZA en het steeds weer, al naar gelang de behoefte van het westen, rebranden van de Libische leider Muammar Gaddafi tot vrijheidsstrijder of superschurk nog zijn geïncorporeerd. Met de grandeur van een ziener die de wijsheid al een leven lang in pracht heeft – en die trouwens ook wel van een lekker tegendraads muziekje houdt – toont Adam Curtis zijn toehoorders en -schouwers hier de wereld op een manier waarop ze die vast nooit eerder hebben gezien en zonder hem ook nooit meer zullen zien.
IN DE BIOSCOOP
Mijn Grote Broer (vanaf donderdag in de bioscoop)
‘Twijfels.doc’ heet het Word-document dat Arie’s vader Arjan enige tijd na zijn dood op het bureaublad van z’n computer aantreft. Het blijkt een afscheidsbrief van de 22-jarige jongen, die eind 2019 uit het leven is gestapt. In overleg met zijn vrouw Denise houdt Arjan de brief nog heel even weg bij hun andere zoon, Arie’s jongere broer Gijs, die voor het eerst weer gaat werken bij een bouwmarkt en daar nog even niet wil vertellen wat er is gebeurd. Deze zeer intieme film van Mercedes Stalenhoef start bij Arie’s uitvaart, als zijn ouders en Gijs hem uitgeleide doen. LEES VERDER
Holding Up The Sky (vanaf donderdag in de bioscoop)
‘Beste witten’, begint Davi Kopenawa aan zijn toespraak voor de uitreiking van de Right Livelihood Award, de alternatieve Nobelprijs. ‘We zijn hier verzameld op de plek waar de besluiten worden genomen…’ De voorzitter van de Hutukara Yanomami Association wordt direct onderbroken. ‘We moeten heel strikt met de tijd omgaan’, zegt een man. De Sjamaan en woordvoerder van de Braziliaanse indianenstam krijgt vervolgens een timertje toebedeeld. Voor de daadwerkelijke toespraak heeft hij straks slechts luttele minuten. ‘Het woud is onze gezondheid’, zegt hij dan, nadat hij eerst alle aanwezigen van zijn organisatie heeft voorgesteld. ‘Het woud is verbonden met mijn volk, de Yanomami. We moeten stoppen met het doden van ons volk en het stelen van inheemse grond.’ LEES VERDER
MUZIEKDOCUMENTAIRE-FESTIVAL IN-EDIT
Op de vijfde editie van het muziekdocumentaire-festival In-Edit (13 t/m 23 april in de Melkweg te Amsterdam) zijn films te zien over Metallica, Little Richard, The Dream Syndicate, DIO, Creedence Clearwater Revival, Grace Jones, Lee Fields, Thelonious Monk, Cymande en CAN.
Speciale aanrader: Who Killed The KLF?
‘Ladies and gentlemen, The KLF have now left the music business’, kondigt een omroeper aan, na het bizarre optreden van de Britse acidhousegroep met de metalband Extreme Noise Terror op de Brit Awards. Samen met z’n absolute tegenpool, de aalgladde soulband Simply Red, is The KLF daar uitgeroepen tot beste act van 1991. Hoog tijd om er de brui aan te geven, besluiten de grote roergangers van de groep, Bill Drummond en Jimmy Cauty, die wereldwijde hits had met stampers als 3AM Eternal, What Time Is Love? en Last Train To Trancentral. ‘In de nabije toekomst komen er geen nieuwe platen van The KLF of één van de andere namen die in het verleden, het heden of de toekomst aan onze activiteiten zijn of worden verbonden’, meldt een officiële persverklaring. Daaraan is nog een saillante zin toegevoegd: ‘Per direct worden al onze releases gewist.’ LEES VERDER
EN VERDER…
Op Discovery+ is de true crime-serie Idaho College Murders te bekijken.
Canvas vertoont dinsdag Les Mots De La Fin, een film die vrijwel volledig bestaat uit euthanasieconsulten in een Luiks ziekenhuis.
Een dag later is op de Vlaamse zender Only The Devil Lives Without Hope te zien. Een documentaire over de strijd van Dilya Erkinzoda. Zij probeert haar broer Iskandar Choedajberganov, die al zestien jaar vastzit, uit een Oezbeekse gevangenis te krijgen.