Editie 320: ‘De wens om uniek te zijn zet ons aan het consumeren, vervuilen en stressen. Het zou onze ondergang kunnen betekenen’, stelt Bart Eysink Smeets. ‘Gelukkig voor de mensheid ben ik geboren.’
Barts dubbelganger, het Tour-gevecht van Lemond & Fignon, Hans Faber in de TBS, method actor Robert de Niro, de beul van Twente, het schaduwland van complotdenkers & zelfdoding in een Nederlands gezin
Beste medekijker,
Welkom bij de dubbeldikke seizoensstart-editie van de wekelijkse documentairegids De DocUpdate, met in deze editie:
1. Bart En De Zoektocht Naar De Dubbelganger: de Nederlandse kunstenaar Bart Eysink Smeets wil de mensheid ontdoen van het idee dat ieder individu uniek is en gaat in deze hartveroverende docu op zoek naar zijn eigen spiegelbeeld.
2. The Last Rider: enerverende sportfilm over de Amerikaanse wielrenner Greg LeMond die in de Tour de France van 1989 op leven en dood om de eindoverwinning vecht met de Fransman Laurent Fignon. Het wordt echt secondenwerk.
3. In De TBS: intrigerende vijfdelige serie over een Utrechtse TBS-kliniek, waarbij Hans Faber, de oom van de vermoorde studente Anne Faber, fungeert als getuige en verteller. Hij volgt enkele patiënten die, met vallen, opstaan en weer vallen, hun leven in het gareel proberen te krijgen.
4. Robert de Niro - Hiding In The Spotlight: deze tv-film kíjkt echt naar de vermaarde ‘method actor’ en probeert in al die onvergetelijke filmfragmenten de mens achter het steeds wisselende personage te vinden.
5. De Beul Van Twente: driedelige true crime-serie over de jacht op een man die gedurende enkele jaren dieren in de omgeving van Enschedé molesteerde en zijn woede uiteindelijk ook op mensen ging richten. Een seriemoordenaar in de dop, zoveel was snel duidelijk.
6. Try Harder!: treffend portret van een middelbare school in San Francisco, waar sommige leerlingen en hun ouders al volledig in beslag worden genomen door de ratrace om een plek op een prestigieuze universiteit te bemachtigen.
7. Shadowland: ijzersterke zesdelige serie waarin enkele doorgewinterde Amerikaanse complotdenkers gedurende langere tijd worden gevolgd. Over de ‘plandemic’, QAnon en De Nieuwe Wereldorde.
8. Mijn Grote Broer: Als de 22-jarige Arie geheel onverwacht uit het leven is gestapt, moeten zijn vader Arjan, moeder Denise en jongere broer Gijs in deze zeer intieme film, die op het Movies That Matter-festival werd gekozen tot beste Nederlandse documentaire, alle zeilen bijzetten om zelf overeind te blijven en elkaar niet kwijt te raken. Regisseur Mercedes Stalenhoef volgt hen gedurende enkele ingrijpende jaren van heel dichtbij.
9. De klassieker: Hearts And Minds: Oscar-winnende anti-oorlogsfilm uit 1974, een krachtig schotschrift tegen Amerika’s brute oorlogsdrift die tot tragisch wapengekletter in Vietnam heeft geleid.
Verder gaat Tanja - Dagboek Van Een Guerrillera, een puike film over de Nederlandse activiste Tanja Nijmeijer die één van de gezichten werd van de Colombiaanse verzetsbeweging FARC, donderdag in première in de bioscoop.
Gegroet,
1. Bart En De Zoektocht Naar De Dubbelganger (maandag 28 augustus, om 20.30 uur, op NPO2)
Nadat hij een zwerfkei met heimwee uit de ‘hunnebedhoofdstad’ Borger, door een gletsjer aan zijn moedersteen in Finland ontrukt tijdens de voorlaatste ijstijd, langs allerlei deskundigen en instanties terug naar zijn oorsprong heeft begeleid in Bart En De Steen Die Terug Naar Huis Ging (2020), staat kunstenaar Bart Eysink Smeets nu weer voor een andere, door hemzelf bedachte uitdaging: hij wil de mensheid, te beginnen met zichzelf, ontdoen van het idee dat ieder individu uniek is – of moet zijn.
‘Ons streven om uniek te zijn is het fundament van de gehaaste, individualistische samenleving waar we in vast zitten’, doceert hij bij de start van wat alweer een doldwaas avontuur lijkt te gaan worden. ‘De wens om uniek te zijn zet ons aan het consumeren, vervuilen en stressen. Het zou wel eens onze ondergang kunnen betekenen.’ Maar, stelt hij zijn publiek in Bart En De Zoektocht Naar De Dubbelganger (55 min.) meteen gerust. ‘Gelukkig voor de mensheid ben ik geboren.’
Als een gezette Nederlandse variant op Kuifje, met een ondeugende glimlach en krulhaar, zet Bart een zoektocht op touw naar, ja, zichzelf. Of, beter: naar mannen zoals hij. Die sprekend op hem lijken. Van buiten én van binnen. En dat blijkt een enorme uitdaging. ‘Je gaat hem niet vinden, hè, dat weet je?’ voegt een uniciteitsdeskundige hem al snel toe. Want wie lijkt er nu écht op hem en hoe vind je zo’n figuur? Via posters, een (social) mediacampagne of imagesearch op het web?
Intussen krijgt Bart, of het personage dat hij hier van zichzelf maakt, het nieuws dat er thuis een kleine dubbelganger op komst is. Die moet zijn tamelijk ongerichte zoektocht richting en lading geven. Het zorgt alleen ook voor elementaire twijfel. ‘Ieder kind wordt uniek geboren’, zegt de mevrouw van de kinderopvang overtuigd. ‘En wij vinden het gewoon belangrijk dat ieder kind ook uniek mag zijn.’ Geen kind is volgens haar hetzelfde. ‘En gelukkig mag dat in deze tijd. Uniek zijn.’
Het speurwerk naar Barts dubbelganger is net zo vermakelijk als eerder de tocht huiswaarts van zijn steen met heimwee, al krijgt het idee erachter nooit echt diepte. Zoals ook de ethische dilemma’s die de man op zijn missie tegenkomt – mag hij bijvoorbeeld met gezichtsherkenningssoftware Facebook hacken? – soms enigszins gezocht lijken. En hoe en waar moet deze Indiana Jones-achtige queeste eindigen? In een verdoemde tempel? Met de Arks des Verbonds? Of toch op een willekeurige knollenweide?
Al die keuzes hebben Bart – in alle consternatie zou je zijn achternaam bijna vergeten – Eysink Smeets ongetwijfeld het nodige kruim gekost. Tegelijkertijd: kom er maar eens om, een documentaire waar je regelmatig smakelijk om moet lachen. Deze serie (?) mag dus gerust een vervolg krijgen: Bart En De Ongenadige Valkuilen Van Het Vaderschap, wellicht. Bart En Het Werk Dat Weer Een Hobby Moet Worden. Of, als het echt niet anders kan: Bart En De Documentaire Die Maar Geen Subsidie Kreeg.
KIJK NU: Bart En De Zoektocht Naar De Dubbelganger
2. The Last Rider (maandag 28 augustus, om 21.20 uur, op Canvas)
In de veelbewogen geschiedenis van ‘s werelds belangrijkste wielerwedstrijd de Tour de France heeft er zelden een heroïscher tweegevecht plaatsgevonden dan in 1989. Thuisfavoriet Laurent Fignon en zijn Amerikaanse concurrent Greg LeMond strijden gedurende drie weken op het scherpst van de snede om de eindoverwinning. Tijdens de afsluitende tijdrit wordt ‘t op de Champs Élysées in Parijs letterlijk secondenwerk. LeMond is aan zet: hij moet vijftig tellen goedmaken op klassementsleider Fignon. Dat lijkt een onmogelijke opdracht.
Het wordt de zinderende apotheose van Greg LeMonds carrière die, natuurlijk, al over hoge toppen en door diepe dalen is gegaan. In The Last Rider (97 min.), een documentaire van Alex Holmes (Stop At Nothing: The Lance Armstrong Story / Maiden), blikken de wielrenner en zijn vrouw Kathy terug op die turbulente jaren en de persoonlijke dilemma’s die hem daarbij parten spelen. LeMond is in 1981 door het wielerpeloton binnengehaald als ‘de nieuwe Bernard Hinault’, de Franse renner die de Ronde van Frankrijk dan al vier keer heeft gewonnen.
Greg LeMond wordt Hinaults rechterhand en moet hem in 1985 aan zijn vijfde Tour-overwinning helpen. Als wederdienst belooft de Breton zijn Amerikaanse teamgenoot dat hij het volgende jaar voor hem zal rijden. Tegen die tijd besluit de eerzuchtige Hinault, die niet aan het woord komt in deze film, echter om toch weer voor eigen succes te gaan. LeMond voelt zich verraden. Intussen worstelt hij ook met een bijzonder delicaat geheim. Als de Amerikaan enkele maanden later bovendien ernstig gewond raakt bij een jachtongeluk lijkt zijn loopbaan definitief voorbij.
Na het verplichte vallen en opstaan – dit is immers een heldenverhaal – volgt de onvermijdelijke comeback die Greg LeMond in 1989 terug naar de Tour leidt, voor het duel van zijn leven met z’n hautaine rivaal Laurent Fignon. De enerverende strijd tussen de twee matadoren, die met hulp van Fignons ploegleider Cyrille Guimard en hun Spaanse concurrent Pedro Delgado overtuigend wordt opgeroepen, vormt vanzelfsprekend het hart van deze enerverende sportfilm, waarbij het wel jammer is dat het perspectief van Fignon (1960-2010) ontbreekt.
Hoe zou de tweevoudige Tour-winnaar er nu op terugkijken dat hij LeMond, die dan een kleine minuut op hem achterstaat in de strijd om de gele trui, tijdens één van de laatste etappes alvast heeft ‘gefeliciteerd’ met zijn tweede plaats? Ligt daar misschien de sleutel voor één van de meest iconische sportmomenten van de twintigste eeuw, dat in The Last Rider in volle glorie herleeft? Het wordt erop of eronder voor de twee wielertoppers, waarbij de één de ander vernedert en zo tot op het bot motiveert. En, zoals al vaker is aangetoond, er bestaat nauwelijks een betere drijfveer voor een sporter dan rancune.
3. In de TBS (vanaf maandag 28 augustus, om 22.10 uur, op NPO2)
Als iemand overtuigd moet worden van de effectiviteit van TBS, dan is ‘t Hans Faber – of zijn broer Wim en diens gezin. Wims dochter Anne wordt in 2017 op brute wijze vermoord door Michael P., die al eerder is veroordeeld voor gewelds- en zedendelicten en die op dat moment het laatste deel van zijn straf uitzit op de Forensisch Psychiatrische Afdeling Roosenburg in Den Dolder. Tijdens de grootscheepse zoekactie naar Anne en de dramatische nasleep daarvan fungeert Hans Faber als woordvoerder van de geschokte familie.
Na het verschijnen van zijn boek Anne: Kroniek Van Een Familie (2019) wordt Hans gevraagd door regisseur Elena Lindemans of hij wil meewerken aan een documentaireserie over TBS. ‘Mijn journalistieke hart schreeuwt: ja’, zegt hij daarover in één van de voice-overs, waarmee de verschillende verhaalelementen in deze serie met elkaar worden verbonden. ‘Wat is er veranderd na het Anne-drama?’ Zijn broer Wim, Annes vader, is aanmerkelijk minder enthousiast. ‘Je wordt gebruikt voor positieve beeldvorming van de TBS.’
Hans Faber snapt de scepsis van zijn broer, maar besluit toch in te stemmen. Op 3 juni 2022 gaat hij voor het eerst op bezoek In De TBS (265 min.), voor wat een jaar bij de Van der Hoevenkliniek in Utrecht zal worden. Justitie heeft daarbij wel een harde eis gesteld: hij mag niet vragen waarom de patiënten, die hij op de leefgroepen ontmoet en ogenschijnlijk vrijelijk mag volgen en bevragen, hier precies zitten. Om hun slachtoffers te beschermen. ‘Je moet TBS-patiënten niet humaner maken dan ze zijn’, heeft zijn broer Wim hem nog meegegeven.’
Toch is dat wel de insteek waarmee Hans de, digitaal geanonimiseerde, TBS’ers tegemoet treedt: als mensen die de kans krijgen – en ook moeten krijgen – om hun leven grondig bij te sturen. De kliniek lijkt intussen soms bijna een ontspanningsoord. De patiënten genieten van allerlei sporten, zitten bij een koor of gaan lekker op wandel- of zeilvakantie. Tegelijkertijd is er wel degelijk controle. Via een drugshond bijvoorbeeld die geregeld de leefgroep afspeurt. Of een ‘herstelkamer’, ofwel separeerruimte, waar iemand tot rust mag (of gewoon moet) komen.
De buitenstaander Hans Faber beziet het ogenschijnlijk welwillend. Ook al weet hij als geen ander waartoe deze mensen in staat kunnen zijn. ‘Begin ik nu verschijnselen te vertonen van een embedded oorlogsjournalist?’ vraagt hij zich op een gegeven moment af. ‘Iemand die niet meer kritisch kan zijn over het leger waarmee hij optrekt?’ En soms zou je inderdaad willen dat hij, al is het alleen om de zaak een keer goed op scherp te zetten, even doorbijt. In de ‘pornotheek’ bijvoorbeeld, waar een patiënt doodleuk de film Dominate Me 2 kan lenen.
Dat is tegelijkertijd ook de kracht van deze vijfdelige serie, waarbij Faber soms ook even uit beeld verdwijnt. Het leven in de kliniek wordt nergens gesensationaliseerd, maar ook niet geromaniseerd. Nuchter en genuanceerd, met oog voor zowel de mens als z’n voetangels en klemmen, brengt Lindemans het dagelijks leven van enkele vaste hoofdpersonen in (en buiten) de kliniek in beeld. Van dichtbij is te zien hoe TBS’ers aan zichzelf werken, ontspannen, uitdagingen aangaan, (gedwongen) reflecteren of, achter slot en grendel, helemaal vastlopen.
Dit resulteert in fraaie, ongemakkelijke en indringende scènes. Een beschadigde vrouw, die soms ook een gevaar is voor zichzelf, gaat bijvoorbeeld voor het eerst in vier jaar met een begeleider de straat op. Een oudere man, die als vader vaak niet thuis heeft gegeven en op het punt staat om grootvader te worden, zingt bij muziekles een duidelijk diepgevoelde versie van Papa van Stef Bos. En een jonge joviale kerel is aan het daten en loopt na achttien jaar eindelijk warm voor transmuraal verlof, maar moet accepteren dat dit langer in beslag neemt dan hij wil.
Als de veiligheid niet kan worden gegarandeerd, krijgt Hans Faber onderweg te horen, gaan de deuren op slot. En daarmee wordt precies het dilemma van TBS weergegeven. Want wanneer is iemand veilig? Wanneer reageert de mens en wanneer diens sociaal wenselijke façade op een kritische vraag of interventie? En als ‘zero tolerance’ zelfs op een plek zonder internet een utopie is, zoals één van de begeleiders toegeeft, hoe kunnen patiënten dan daadwerkelijk uit de buurt worden gehouden van schadelijke elementen, zoals drank en drugs?
Want het leven buiten sijpelt onvermijdelijk naar binnen, voorbij de door patiënten zelf gemaakte tralies. Zoals de mensen binnen, die gemiddeld zo’n acht jaar in de kliniek verblijven, uiteindelijk toch naar buiten gaan – of op z’n minst de hoop daarop moeten houden. Uit de humane benadering van de Van der Hoevenkliniek, die op Hans Faber soms ook als ‘pamperen’ overkomt, spreekt onherroepelijk vertrouwen in de mens. Ook al is dat regelmatig beschaamd en bieden resultaten uit het verleden, positief of negatief, geen enkele garantie voor de toekomst.
‘De TBS als wasstraat waar iedereen weer schoon uitkomt’, concludeert Faber uiteindelijk nuchter maar niet onwelwillend, ‘is een utopie.’
4. Robert de Niro - Hiding In The Spotlight (dinsdag 29 augustus, om 22.10 uur, op NPO2)
Hele generaties filmliefhebbers zijn met hem opgegroeid. Via klassiekers zoals Mean Streets, The Godfather, Taxi Driver, Novecento, The Deer Hunter, Raging Bull, Once Upon A Time In America, The Untouchables en Goodfellas en allerlei andere kaskrakers is Robert de Niro één van de beeldbepalende gezichten van het laatste kwart van de twintigste eeuw geworden. Maar wat er werkelijk schuilgaat achter die gepijnigde blik van de ‘method actor’? En of daar inderdaad het geweld zit verstopt, dat in zijn films zo vaak op een angstaanjagende manier tot uitbarsting komt?
De man achter al die illustere rollen praat er liever niet over. Hij houdt zich doorgaans zelfs zó goed schuil voor de buitenwereld dat de vraag soms gerechtvaardigd lijkt óf er eigenlijk wel zo’n man is. Of is de meesteracteur Robert de Niro simpelweg een hol vat dat steeds moet worden gevuld met een nieuwe rol die zijn leven helemaal overneemt? Waarvoor hij dan Marlon Brando gedetailleerd moet bestuderen, zijn vergunning als taxichauffeur haalt en dan dag en nacht in de onguurste New Yorkse buurten gaat rondrijden of bereid blijkt om zich vol te vreten en zo tientallen kilo’s aan te komen.
In Robert de Niro - Hiding In The Spotlight (53 min.) legt Jean-Baptiste Péretié zulke vragen niet voor aan zijn protagonist en diens (professionele) omgeving. Alleen De Niro’s favoriete regisseur Martin Scorsese mag zo nu en dan, buiten beeld, even toelichting geven. En Quentin Tarantino krijgt zowaar ook nog even een quoteje in beeld. Péretié kíjkt vooral naar de meesteracteur. Ergens in al die onvergetelijke filmscènes, en het monnikenwerk dat De Niro daarin heeft gestoken, moet de mens Bobby De Niro, kind van het kunstenaarsduo Robert Sr. en zijn ex-vrouw Virginia Admiral, verstopt zitten.
En een verteller plaatst al die rollen in hun tijd, maatschappelijke context en de plek in het leven en de carrière van Robert de Niro, die samen met zijn collega Al Pacino (tevens geportretteerd door Péretié) wordt beschouwd als de grootste acteur van zijn generatie. In deze boeiende archieffilm wordt De Niro alle eer aangedaan. Op latere leeftijd zal hij zichzelf in komische rollen nadrukkelijk relativeren als acteur, openbloeien als mens en zich bovendien ferm uitspreken over politieke ontwerpen, zoals de opkomst van de door hem gehate Donald Trump. De man is dan definitief uit de acteur gekomen.
En zo nu en dan schiet hij nog altijd raak in/met een karakterrol. In oktober gaat bijvoorbeeld Killers Of The Flower Moon, Robert de Niro’s tiende film met zielsverwant Scorsese, in première in de bioscoop.
KIJK HIER: Robert de Niro - Hiding In The Spotlight
5. De Beul Van Twente (vanaf woensdag 30 augustus, om 21.05 uur, op NPO3)
In die tijd wordt dierenmishandeling kennelijk nog beschouwd als een soort vandalisme. Een paard, schaap of geit is zo bezien niet meer dan het eigendom van een ander. En daar hoor je vanaf te blijven. In het najaar van 2000 wordt de omgeving van Enschede, die nog moet bijkomen van de Vuurwerkramp, echter opgeschrikt door allerlei gruwelijk gemolesteerde dieren. Het feit dat de dader ook hun geslachtsdelen afsnijdt duidt op een ernstige seksuele perversie.
En daardoor gaan de alarmbellen af in de regio Twente. Want een beetje crimekenner weet: elke seriemoordenaar is ooit begonnen met het mishandelen en verminken van dieren. ‘Het is niet ondenkbeeldig dat iemand op een gegeven moment overgaat op mensen’, stelt hoogleraar forensische psychologie Corine de Ruiter in De Beul Van Twente (118 min.) onderkoeld. Deze driedelige true crime-serie van Duco Coops, die onlangs een enigszins vergelijkbare productie over De Regenboogmoorden in het Kralingse Bos maakte, reconstrueert met direct betrokkenen de jarenlange jacht op de dierenbeul die zijn mes inderdaad ook in mensen zal gaan zetten.
De gemoederen op het Twentse platteland raken ondertussen behoorlijk verhit. Henk ten Napel, een boer uit Enschede, start bijvoorbeeld een burgerwacht als één van zijn paarden ernstig wordt mishandeld. ‘Dat was toch wel heel bijzonder’, herinnert hij zich nu, niet zonder trots en plezier. ‘Midden in de nacht. Echt iedereen met legerkleding aan en zo. Dat was wel heel bizar.’ Ten Napel is alleen zo vaak in de buurt als er een dier is toegetakeld dat hij zelf ook in beeld komt bij pers en politie. De Twent blijkt zelfs een cameraman te hebben ingehuurd om de activiteiten van zijn militie te documenteren. En nét als die erbij is, wordt er natuurlijk een dood dier aangetroffen.
Coops tekent de grimmige sfeer rond de misdrijven en de verknipte geest die daarachter schuilgaat op een typisch true crime-manier op: veel donkere, unheimische beelden, gebruik van slow-motion, dreigende geluiden en muziek en - natuurlijk - een politieprikbord met alle informatie die is verzameld over de vermoedelijke dader. Hij kan tevens putten uit correspondentie van ‘De Beul’, die met een vervormde stem is ingelezen en wordt omkleed met sinistere, in scène gezette beelden. ‘Als ik seksueel geprikkeld was ging ik in de buurt kijken naar plekken waar schapen liepen’, vertelt de engerd bijvoorbeeld. ‘Want de penis van een mens past in een ooi.’
Zou deze psychopaat misschien afkomstig kunnen zijn uit de nabijgelegen TBS-kliniek Oldenkotte in Rekken? vragen de verantwoordelijke rechercheurs zich al snel af. En als ze daadwerkelijk een serieuze verdachte in beeld krijgen, moeten ze nog afdoende bewijsmateriaal tegen hem verzamelen. Ruim twintig jaar na dato volgt deze duistere miniserie dat proces op de voet: hoe ze vanuit het botte geweld tegen dieren en enkele serieuze steekincidenten, die een man op een homo-ontmoetingsplaats in Enschede noodlottig wordt, in het hoofd van De Beul proberen te komen. En daar wil geen levend wezen – mens of dier – al te lang vertoeven.
6. Try Harder (vrijdag 1 september, om 20.30 uur, op NPO2 Extra)
Een goede opleiding wordt door veel ouders beschouwd als hét entreebewijs tot een beter leven. En dus begint de ratrace voor hun kinderen al op een middelbare school zoals Lowell High in San Francisco. Waar de andere leerlingen in wezen concurrenten zijn, die afgetroefd moeten worden. Want dan komt jouw kind in aanmerking voor een plek op Berkeley, Harvard of Stanton. En daar wil iedereen naartoe, al wordt het steeds moeilijker om er ook daadwerkelijk binnen te komen.
Lowell heeft een grotendeels Aziatisch-Amerikaanse leerlingenpopulatie. Het is een erg competitieve omgeving. Goed is eigenlijk niet goed genoeg. Ofwel: Try Harder! (84 min.). Documentairemaker Debbie Lum volgt in deze film enkele leerlingen die hun zinnen hebben gezet op een prestigieuze school. Of, in sommige gevallen: leerlingen die van hun ouders hun zinnen hebben moeten zetten op een prestigieuze school. Want voor sommige kinderen is alleen het beste goed genoeg.
En dus is de schoolloopbaan van sommige leerlingen bezaaid met tegenslag en decepties. Teleurstellende testscores, tegenvallende adviezen en een stroom aan afwijzingen – of de milde variant daarvan: een plek op de wachtlijst. Je went eraan om je middelmatig te voelen, zegt een jongen die inmiddels weet hoe ’t is om bot te vangen tamelijk mismoedig. Voor de zekerheid schieten veel leerlingen daarom maar met hagel en melden zich bij allerlei plekken tegelijk.
Onder druk van zijn pusherige moeder heeft Alvan Cai zich bijvoorbeeld voor maar liefst 26 scholen ingeschreven. En dan loopt de ambitieuze jongen nog steeds het risico dat elke afzonderlijke universiteit hem afwijst of op de wachtlijst zet en dat hij aan het einde van een zeer intensief proces met lege handen achterblijft. Want dat is nu eenmaal de keerzijde van de Amerikaanse droom: in principe kan iedereen een topper worden, maar in werkelijkheid wordt vrijwel niemand dat.
Try Harder! graaft misschien niet zo diep in de Amerikaanse onderwijscultuur als bijvoorbeeld de serie America To Me, maar brengt wel treffend in beeld hoe dominant de prestatiedruk is. Elke schoolprestatie wordt gekwantificeerd en afgezet tegen de verrichtingen van anderen. Voor middelmaat is daarbinnen geen ruimte. Al loopt er op Lowell gelukkig ook nog gewoon een ouderwets goeie leraar rond, Richard Shapiro. Zo’n man die raakt en inspireert. En ziek wordt, dat ook.
Rondom hem wordt iedereen klaargestoomd voor een absolute winnaarsmaatschappij, die in werkelijkheid vooral uit verliezers bestaat – of op zijn minst uit mensen die zich afvragen of ‘gewoon’ eigenlijk wel goed genoeg is.
7. Shadowland (vanaf vrijdag 1 september, om 21.55 uur, op NPO3)
Als er geen gedeelde waarheid meer lijkt te bestaan, een ‘Us vs. Them’-mentaliteit heeft postgevat aan beide uitersten van het politieke spectrum en sommige leiders dat liever exploiteren dan bestrijden, kan dit een samenleving in het hart raken. De verdeeldheid in de Verenigde Staten is voor The Atlantic in 2020 aanleiding om het Shadowland-project te starten. Het Amerikaanse tijdschrift wil onderzoeken hoe complottheorieën het land ontwrichten. De zesdelige docuserie Shadowland (320 min.) van Joe Berlinger is gebaseerd op deze artikelenreeks en portretteert gewone Amerikanen die de afgelopen jaren in een ‘complotfuik’ terecht zijn gekomen, waaronder ook enkele mensen die hebben meegedaan aan de bestorming van het Capitool op 6 januari 2021. Met compassie, geduld en begrip voor hun positie en gevoel van onrechtvaardigheid, maar ook onafhankelijk en kritisch. Zónder ook meteen hun ideeën of methoden te omarmen.
Pauline Bauer, de eigenaresse van een pizzeria in Pennsylvania ging op 6 januari bijvoorbeeld met de meute het Capitoolgebouw binnen en wacht nu op berechting. Ze riskeert twintig jaar cel. Haar man en zoon willen niet gefilmd worden, maar zelf verhaalt Pauline onverbloemd over hoe ze tijdens de financiële crisis van 2008 haar complete pensioen kwijt is geraakt op de aandelenmarkt. Toen bijna alles was afbetaald, moest haar zaak in 2020 dicht vanwege het Coronavirus. Door de ‘plandemic’ lijkt ze definitief geradicaliseerd. Inmiddels gelooft Pauline in De Nieuwe Wereldorde, die in handen zou zijn van het Vaticaan, de koninklijke familie en ‘de dertien elitefamilies’, waaronder de Rothschilds en de Rockefellers. ‘We moeten in opstand komen’, zegt ze. ‘We moeten vechten. Daarom was ik erbij op 6 januari.’ Op advies van de bouwvakker, autonome burger en ‘rechtsdeskundige’ Bobby Lawrence besluit Pauline zichzelf te gaan verdedigen in de rechtbank – en werkt ze zich ongenadig in de nesten.
Voor ‘Google-klokkenluider’ en ondernemer Zach Voorhies en ‘onderzoeksjournalist’ Maryam Henein vormen hun theorieën over de wereld tevens een businessmodel. Dat resulteert in een eindeloze stroom YouTube-video’s, podcasts en optredens bij dubieuze media. Ze leerden elkaar kennen via de infame Infowars-show van de ultieme complotroeper Alex Jones. Nu zijn de twee onafscheidelijk. Ook letterlijk: ze komen nauwelijks het huis uit. Maryam: ‘Ik grap altijd: wie heeft er nou seks en luistert samen naar Yuri Bezmenov?’ Behalve een opmerkelijke voorliefde voor een anticommunistische activist vinden de twee elkaar ook in hun strijd tegen de manier waarop de ‘deep state’ COVID-19 heeft gebruikt om de wereldbevolking te knechten. Dat brengt ze overigens zeker niet alleen voorspoed. Het stel wordt volgens Maryam, die zich ernstig miskend voelt, behandeld als ‘ongevaccineerd ongedierte’. Ze liggen zowel met hun familie als allerlei instanties overhoop en overwegen of ze elders moeten gaan wonen.
Het zijn herkenbare verhalen, ook binnen de Nederlandse context, waarbij inmiddels vertrouwde begrippen als QAnon, pedonetwerken, de ‘Main Stream Media’, cancelcultuur en omvolking de revue passeren en – door de sociale media aangejaagde – verwarring, woede en totale zelfoverschatting zichtbaar worden. In deze ijzersterke serie, die echt de tijd neemt om z’n personages uit te diepen en gedurende een langere periode te volgen, komen bijvoorbeeld ook de zelfbenoemde leider van de ‘vaccinpolitie’, een tegen mondkapjes strijdende psychiatrisch verpleegkundige en de aalgladde predikant Greg Locke die Amerika ‘wakker’ wil schudden in beeld. Journalisten van The Atlantic zorgen tussendoor voor duiding. ‘Het voelt goed om te denken dat je het geheim achter rijkdom en macht kent’, vertelt redacteur Ellen Cushing bijvoorbeeld, die als tiener zelf in complotten geloofde. ‘Dat voelt alsof je high bent.’
Cushing en haar collega’s volgen natuurlijk ook de geldstromen achter al die nefaste theorieën, want de handel in woede en complotten heeft zich ontwikkeld tot een miljardenindustrie. ‘Klaar met een overheid die onze rechten afpakt die nota bene in de grondwet zijn vastgelegd’, houdt Liz Wheeler het publiek van haar eigen podcast bijvoorbeeld voor. ‘Straks meer, maar nu eerst…’ Waarna ze een product aanprijst, waarop de kijker een zeer aantrekkelijke korting kan krijgen. Zulke schaamteloos geëxploiteerde woede heeft z’n tentakels inmiddels uitgeslagen naar alle uithoeken van de Verenigde Staten en zaait daar ongenoegen en verdeeldheid. Dat is funest voor de sociale cohesie in een samenleving, zoals deze serie op een ontluisterende manier aantoont, en kan volgens historicus Jeffrey Herf ook zomaar tot geweld leiden. Het leeuwendeel van de in Shadowland geportretteerde complotdenkers lijkt bovendien helemaal niet gelukkig te zijn in de alternatieve realiteit, die wij met z’n allen zouden moeten leren kennen.
8. Mijn Grote Broer (zondag 3 september, om 20.25 uur, op NPO2)
‘Twijfels.doc’ heet het Word-document dat Arie’s vader Arjan enige tijd na zijn dood op het bureaublad van z’n computer aantreft. Het blijkt een afscheidsbrief van de 22-jarige jongen, die eind 2019 uit het leven is gestapt. In overleg met zijn vrouw Denise houdt Arjan de brief nog heel even weg bij hun andere zoon, Arie’s jongere broer Gijs, die voor het eerst weer gaat werken bij een bouwmarkt en daar nog even niet wil vertellen wat er is gebeurd.
Deze zeer intieme film van Mercedes Stalenhoef start bij Arie’s uitvaart, als zijn ouders en Gijs hem uitgeleide doen. Nadat Denise met onvaste stem You Are So Beautiful voor Arie heeft gezongen, spreekt Arjan zijn zoon, stuurman op de grote handelsvaart, toe tijdens de uitvaartplechtigheid: ‘Jij navigeert je schip nu naar onbekende wateren. Wij blijven achter op de kade, vol vertwijfeling en ongeloof en met alleen maar vragen.’ Hij besluit: ‘Lieve Arie, behouden vaart!’
En dan begint de rest van het leven van Gijs en zijn ouders zonder Mijn Grote Broer (108 min.). Arie van der Pijls suïcide kwam als een volslagen verrassing voor de andere gezinsleden. Ze kenden hem als vrolijk en optimistisch. Via zijn brief leren ze een andere Arie kennen: een jongen die al jaren kampt met sombere episodes – hoewel daarvan ook op de familievideo’s en filmpjes die hij tijdens zijn werk maakte, waarmee Stalenhoef haar vertelling associatief doorsnijdt, weinig is te zien.
Elk op hun eigen manier proberen Arjan, Denise en Gijs vat te krijgen op hun verdriet, elkaar te ondersteunen en hun leven weer te vervolgen. Vanaf het allereerste begin, als er alleen de schok is van Arie’s plotselinge dood en het echte rouwproces nog moet beginnen, schenken ze de documentairemaakster en haar filmcrew hun vertrouwen en geven ze hen gedurende enkele jaren ruimhartig toegang tot hun gevoels- en familieleven. Dat is zowel dapper als waardevol.
De documentairemaakster kleurt de ontwikkeling van het gezin Van der Pijl, dat eerder al een flinke klap kreeg te verwerken toen vader Arjan een dwarslaesie opliep bij een ongeluk op het strand, in met expressieve muziek en doet recht aan alle emoties die opspelen als de verschillende gezinsleden na Arie’s overlijden lastige hordes zoals zijn verjaardag, de feestdagen en Moederdag moeten nemen en ze bovendien zijn kamer een andere bestemming willen geven.
Stalenhoef houdt daarbij oog voor de lichtpuntjes die zij onderweg ontwaren. Mijn Grote Broer wordt zo een delicate, ontroerende en toch hoopvolle film over mensen die het leven aangaan, ook al heeft hen dat flinke klappen gegeven. Tegelijkertijd proberen ze niet te oordelen over de keuze die Arie heeft gemaakt om eruit te stappen. De documentaire werkt intussen als een onuitgesproken aansporing om het gesprek over suïcide niet uit de weg te gaan, maar juist op gang te brengen.
9. De klassieker: Hearts And Minds (YouTube)
Als er één land met zelfvertrouwen uit de Tweede Wereldoorlog is gekomen, dan moet het de Verenigde Staten zijn. Het idee van Amerika als politieagent van de wereld heeft zich dan stevig in het collectieve zelfbeeld vastgezet. Een militaire kracht ten positieve. Onoverwinnelijk. En voortgedreven door hoogdravende idealen.
Deze Oscar-winnende anti-oorlogsfilm uit 1974, waarin Amerika’s tragische exercitie in Vietnam wordt belicht, maakt voor eens en altijd korte metten met dat idee. Het superioriteitsgevoel van de VS – op een treffende manier belichaamd door fier zingende soldaten uit de musical This Is The Army, die beweren dat ze ‘dressed up for victory’ zijn en beslist ‘won’t stop winning’ – wordt door regisseur Peter Davis op alle mogelijke manieren uitgekleed. Tot er niet veel meer rest dan militair jargon als ‘kill ratio’, ‘free fire zones’ en ‘search & destroy’. Of, zoals Amerikaanse Vietnam-veteranen hun modus operandi tegenover elkaar kortweg samenvatten: ‘kill some gooks’.
Davis start bij het begin. ‘Ons idee over vooruitgang beperkt zich niet tot ons eigen land’, zegt de Amerikaanse president Harry Truman (1945-1953), met gevoel voor understatement. ‘Dat delen we met mensen in de hele wereld.’ Zijn woorden worden direct gevolgd door bombardementen en beschietingen in Vietnam. Die beelden zijn een logisch gevolg van de acties van Trumans opvolgers. Van Eisenhouwers domino-theorie, dat de hele wereld direct communistisch wordt als ze Vietnam laten vallen, via Kennedy’s eenzijdige blik op het licht aan het eind van de tunnel tot Johnsons larmoyante betoog dat ze de Hearts And Minds (112 min.) van de plaatselijke bevolking moeten winnen.
Tegenover verdedigers van die doctrine, zoals ideoloog Walt Rostow, generaal William Westmoreland en de voormalige krijgsgevangene George Coker, plaatst Davis enkele landgenoten met gewetensbezwaren, een dienstweigeraar én defensieanalist Daniel Ellsberg, die geheime documenten over de oorlog lekte, de Pentagon Papers. Ellsberg windt er geen doekjes om: ‘We willen er niet aan dat dit onze oorlog is, want dat zou inhouden dat we moeten erkennen dat de slachtoffers die aan beide zijden zijn gevallen een gevolg zijn van ons eigen beleid en dat we misschien aan de verkeerde kant vechten. Wij vechten niet alleen aan de verkeerde kant, wij zíjn de verkeerde kant.’
Voor die stelling is zonder al te veel moeite bewijs te vinden. Davis laat vaak eerst de arrogante onwetendheid van Amerikaanse beslissers zien en daarna de dood en destructie die zij aan het andere eind van de wereld zaaien. Gewone Vietnamezen tonen vervolgens wat er werkelijk in hun harten en hoofden omgaat en hoe ze kapot gaan van verdriet om wat er bij hen, in hun familie of onder hun volk is aangericht. ‘De Oriëntaal hecht nu eenmaal niet zoveel waarde aan het leven’, bestaat William Westmoreland, die vier jaar lang bevelhebber van de Amerikaanse troepen in Vietnam was, ‘t desondanks te zeggen. ‘Het leven is overvloedig en goedkoop in de Oriënt.’
Intussen blijft de Amerikaanse generaal ziende blind en horende doof voor de rol die hij en de zijnen daarin hebben gespeeld – en die glashelder is voor iedereen die dit krachtige schotschrift tegen Amerika’s brute oorlogsdrift heeft gezien.
IN DE BIOSCOOP
Tanja - Dagboek Van Een Guerrillera (vanaf donderdag in de bioscoop)
Of ze zichzelf als een terrorist ziet? ‘Natuurlijk niet’, stelt Tanja Nijmeijer ferm. De wereld leerde haar ruim vijftien jaar geleden kennen onder de naam ‘Eileen’, een jonge Nederlandse vrouw die actief was geworden binnen de Colombiaanse revolutionaire beweging FARC. Tegen haar wil werden dagboeken van de knappe ‘guerrillera’ toen gepubliceerd door de krant El Tiempo. De Overijsselse studente werd daarmee een westers gezicht bij de strijd tegen het ‘staatsterrorisme’ van de regering in Colombia. Dat sprak tot de verbeelding. Tanja kreeg een welhaast mythische status: een vrouwelijke variant op Che Guevara, uit Denekamp nog wel. LEES VERDER
EN VERDER…
Maandagavond wordt het fleurige portret van Henk herhaald op NPO2.
Vanaf is op NPO2 het tweeluik The Mole, over een undercoveractie in en met de schurkenstaat Noord-Korea, weer te zien.
The Princess, een gloedvolle archieffilm over Lady Di, is donderdag opnieuw te bekijken op NPO2.