Editie 335: 'Weet je wel wat je hebt aangericht’ vraagt een New Yorkse politieagent aan Mark David Chapman. ‘Ja, ik heb mezelf gedood, want ik ben John Lennon.’
De moord op John Lennon, ..., de racistische moord op Kerwin, acteur Denzel Washington, een gefnuikte bekeringsmissie, zeilreis naar het Noorderlicht, filmmaker met Down en Hollywoods gouden jaren.
Beste medekijker,
Welkom bij alweer een moddervette editie van de wekelijkse documentairegids De DocUpdate, met ditmaal:
1. John Lennon: Murder Without Trial: deze overtuigende miniserie schetst met ooggetuigen en direct betrokkenen een indringend beeld van de moord op Beatle John Lennon en de achtergronden van de man die hem met vijf kogels doodschoot, Mark David Chapman.
2. Great Photo, Lovely Life: de Amerikaanse fotografe Amanda Mustard onderzoekt in deze krachtige film een pijnlijk familieverhaal: haar opa Bill heeft jarenlang kinderen misbruikt. En hij heeft de hele familie in zekere zin medeplichtig gemaakt en zo volkomen uit elkaar gereten.
3. Kerwin: driedelige serie waarin de geruchtmakende moord op Kerwin Duinmeijer - herstel: Kerwin Lucas - een vijftienjarige Nederlandse jongen met Antilliaanse wortels die in 1983 is neergestoken door een racistische skinhead, wordt gereconstrueerd.
4. Denzel Washington – An American Model: portret van de gelauwerde acteur, die als zwarte Amerikaan uiteindelijk de oversteek kan maken naar witte rollen. Beter: naar rollen waarbij huidskleur er helemaal niet toe doet.
5. The Mission: in 2018 reist de 26-jarige Amerikaan John Chau af naar Noord-Sentinel. De christelijke influencer is vastbesloten om de geïsoleerd levende inheemse bevolking te bekeren tot het geloof. Zij begroeten hem met pijl en boog.
6. Warnow - Reis Naar Het Noorderlicht: in 2013 vertrekken acht Nederlandse vrijbuiters met hun zeilboot de Warnow naar Noorwegen. Eenmaal onderweg worden ze overvallen door de verraderlijke Noordzee. En ook aan boord ontstaan spanningen....
7. Otto Baxter: Not A F***ing Horror Story: Otto gaat een autobiobrafische horrorfilm maken. Over hoe ‘t is om te leven met het Syndroom van Down. En zijn vrienden Peter en Bruce filmen het opnameproces voor deze fijne docu.
8. My Upside Down World: de Italiaanse ijsklimwereldkampioen Angelika Rainer is gestopt als topsporter en probeert nu in adembenemende decors zichzelf en issues uit haar verleden te overwinnen.
9. Slipjacht: gestileerde korte film over de ‘goede luyden’ die met hun paarden en honden in het Nederlandse buitengebied jagen op een slip die enkele dagen in het vocht van koeienpens heeft gelegen.
10. De klassieker: Easy Riders Raging Bull: How The Sex, Drugs And Rock ‘N’ Roll Generation Saved Hollywood: Kenneth Bowser verfilmde in 2003 Peter Biskinds smeuïge boek over de gouden jaren van Hollywood, die kaskrakers als Bonnie And Clyde, Easy Rider, The Godfather, Mean Streets, The Exorcist, Chinatown, Taxi Driver en Raging Bull opleverde.
Verder gaat Gerlach, een portret van een Nederlandse akkerbouwer dat op het IDFA werd gekozen tot beste Nederlandse documentaire, donderdag in première in de bioscoop.
Gegroet,
1. John Lennon: Murder Without Trial (Apple TV+)
Een ‘journey into the mind of a killer’, belooft verteller Kiefer Sutherland bij aanvang van John Lennon: Murder Without A Trial (118 min.), een driedelige docuserie van Nick Holt over de geruchtmakende moord op de voormalige Beatle op 8 december 1980. De serie begint echter met een minutieuze reconstructie van John Lennons laatste uren en de dood die de wereld schokte, waarbij de persoonlijkheid van de verdachte, Mark David Chapman, nauwelijks aan de orde komt.
Holt heeft daarbij de beschikking over een indrukwekkende collectie ooggetuigen, die vaak voor het eerst in de openbaarheid treden: een radioproducer (die Lennon op z’n sterfdag interviewde, zijn eerste vraaggesprek in vijf jaar), Lennons producer Jack Douglas (die op de dag zelf zijn allerlaatste studio-opnamen begeleidde en zich nog altijd schuldig voelt dat hij hem alleen thuis heeft afgezet en niet is meegelopen tot aan de deur) en de portier van het Dakota Building waar Lennon woonde met zijn partner Yoko Ono (die buiten een vreemde handtekeningenjager ontwaarde en aansprak).
Verder komen in de eerste aflevering ook een taxichauffeur (die Chapman naar de plaats delict vervoerde), zijn collega (die ooggetuige was van de vijf schoten die werden afgevuurd op Lennon), de conciërge van het gebouw (die de gevierde muzikant in doodsnood opving en naderhand bedekt was met zijn bloed), de eerste politieagenten ter plaatse (die de moordenaar in de boeien sloegen), de verpleegkundigen en arts van de Eerste Hulp van het Roosevelt Hospital (die Lennon probeerden te reanimeren) en de New Yorkse rechercheur (die de verdachte als eerste moest gaan ondervragen).
In deel 2 komt dan de ‘killer’ in beeld, die bij zijn aanhouding een kopie van J.D. Salingers klassieke roman The Catcher In The Rye omhoog hield. ‘Weet je wel wat je hebt aangericht’ vraagt politieagent Tony Palma hem even later. Hij kan zich de respons nog woordelijk herinneren. ‘Ja, ik heb mezelf gedood, want ik ben John Lennon.’ Palma moet zich volgens eigen zeggen bedwingen om hem niet het raam uit te gooien. Later zegt Chapman, in geluidsopnamen van zijn verhoren, dat hij na de moord in Holden Caulfield, de getormenteerde hoofdpersoon van The Catcher In The Rye, zou veranderen.
Is deze man toerekeningsvatbaar? luidt dan de vraag voor de slotaflevering. Openbaar aanklager Kim Hogrefe is overtuigd van wel. Hij weigert nog altijd om diens naam uit te spreken, overtuigd dat het Chapman om de roem te doen was. ‘s Mans verdedigingsteam houdt echter staande dat hij krankzinnig is en niet in staat om berecht te worden. En dan zet deze docuserie eindelijk helemaal in op het nader onderzoeken van wie Mark David Chapman nu eigenlijk is, bijvoorbeeld met zijn ex-vriendin Jessica Blankenship. Zij kan getuigen over ’s mans innerlijke demonen en inzinkingen.
Trefzeker en relatief sober schetst deze miniserie zo een indringend beeld van de achtergronden bij de moord op John Lennon, een wereldwijd icoon dat ten prooi valt aan de wanen van een dolende geest. Lennons wake in het New Yorkse Central Park wordt overigens bijgewoond door een man, die de commotie met bijzondere interesse heeft gevolgd. John Hinckley Jr. heeft ook een exemplaar van The Catcher In The Rye, een ongezonde liefde voor actrice Jodie Foster én snode plannen met de nieuwe Amerikaanse president, die hij enkele maanden later ook ten uitvoer zal brengen.
Trailer John Lennon: Murder Without Trial
2. Great Photo, Lovely Life (HBO Max)
Als Amanda Mustards oma overlijdt, besluit de jonge fotojournaliste, die al een tijd in het buitenland woont, om terug te keren naar Harrisburg, Pennsylvania en eindelijk eens dat familieverhaal te gaan onderzoeken waarover al decennia zorgvuldig wordt gezwegen. Amanda’s grootvader, de chiropractor William Flickinger, zou zich in de jaren zeventig aan minderjarige meisjes hebben vergrepen.
‘Het was zo vreemd…’ begint deze opa Bill aan het begin van Great Photo, Lovely Life (107 min.), terwijl hij omzichtig zoekt naar de juiste woorden. ‘Maar het leek alsof sommige van die kleine meisjes zich gewoon aanboden. Dat klinkt misschien stom, maar ze wilden dingen leren, ze waren experimenteel… Voor mij was die verleiding te groot. En ik viel ervoor.’
En natuurlijk kon de pater familias ook bij zijn eigen vlees en bloed z’n handen niet thuishouden, blijkt al snel in deze pijnlijk persoonlijke film die Amanda maakte met Rachel Beth Anderson. Hoe kun je je verzoenen met zo’n man? Lukt dat überhaupt? En zijn vrouw Salesta, Amanda’s oma, moet er al die tijd van hebben geweten. Zij is haar echtgenoot echter tot aan het graf blijven verdedigen.
Ook hun dochter en Amanda’s moeder Debi, die op haar achttiende al in een slecht huwelijk was gevlucht, wist waartoe haar vader in staat was. En tóch vertrouwde ze haar eigen dochter, Amanda’s zus Angie, toe aan de zorgen van opa en oma toen haar relatie was stuk gelopen en ze met de handen in het haar zat. Van ellende begon Angie op een gegeven moment letterlijk haar haren uit te trekken.
Nee, het is geen fraai beeld dat Amanda Mustard van haar eigen verwanten schetst. Een christelijke familie, dat wel. Dus vergiffenis van alle zonden – nou ja, bijna dan – is het uitgangspunt. Terwijl ze haar grootvader rekenschap probeert te laten afleggen, blijft ze hem dus liefdevol benaderen. Of hij wel eens zijn excuses heeft aangeboden? wil Amanda weten. Hij: ‘Dat is er niet van gekomen.’
Dat wordt dus haar eigen missie: ze besluit brieven rond te sturen naar mogelijke slachtoffers van haar opa. Om excuses te maken en namens hem boete te doen. Zo stuit ze op Bonnie Dillard. Zij was vier jaar oud toen ze de chiropractor Bill Flickinger leerde kennen… Enfin, de rest laat zich raden. Uiteindelijk besluit Amanda haar grootvader een door Bonnie ingesproken boodschap te bezorgen.
Zodat ze allebei kunnen helen. Tenminste, daarmee rechtvaardigt Amanda het tafereel tegenover opa Bill en zichzelf. De camera legt het meedogenloos vast: een broze oude man wordt geconfronteerd met hoe hij het leven van een ander – en velen met haar – heeft verwoest. Naderhand wil Amanda hem desondanks een knuffel geven. Bill verbaast zich er enigszins over: ‘Als je dat nog wil…’
In deze film wordt het tragische leven van de man, die nog altijd moeiteloos godsvruchtige woorden uit zijn mond laat rollen, verder gedocumenteerd met familiefilmpjes, die op de muren worden geprojecteerd en foto’s van kinderen, waarop de vermoedelijke slachtoffertjes met een stip over hun hoofd onherkenbaar zijn gemaakt. Want voor een man die op kinderen vindt ze werkelijk overal.
Behalve dat hij zich ook heeft vergrepen aan zijn gezinsleden, heeft hij hen tevens medeplichtig gemaakt. Zij hielden hun mond, keken de andere kant op of raakten verwijderd van elkaar en krijgen de brokstukken nu nauwelijks meer aan elkaar gelijmd. Door hem, zo toont deze krachtige film, zijn ze een disfunctionele familie geworden, die ook zonder hem nog heel wat heeft uit te vechten.
Trailer Great Photo, Lovely Life
3. Kerwin (vanaf dinsdag 12 december op NPO Start)
Black is beautiful, staat er op zijn graf. Voor een bepaalde generatie Nederlanders is zijn naam een begrip geworden: Kerwin (100 min.). Op 21 augustus 1983 wordt hij, een vijftienjarige jongen met Antilliaanse wortels, het slachtoffer van een haatmoord. ‘Een zestienjarige zogenaamde skinhead was van mening dat een vieze nikker vies naar hem had aangekeken, stak Kerwin in koelen bloede neer en betreurt nu alleen dat hij voor zo’n neger in de bak zit’, constateert presentator Jaap van Meekren met ingehouden woede in het tv-programma Televizier Magazine. En de populaire Frank Boeijen Groep wijdt er het nummer Zwart Wit aan, dat zal uitgroeien tot een nederpopklassieker.
Hij wordt bekend als Kerwin Duinmeijer, met de achternaam van het pleeggezin waarbij hij al een tijdje kind aan huis is en in de laatste periode van zijn leven ook daadwerkelijk in huis woont. In werkelijkheid heet hij Kerwin Lucas (1968-1983). Veertig jaar na zijn geruchtmakende dood reconstrueert zijn jongere broer Purly Lucas met hun vader Erwin, vrienden, vriendinnen, boksmaatjes, taxichauffeurs, politiemensen en hulpverleners het leven van Kerwin. Dat begint op Curaçao. Als hun ouders besluiten te scheiden, neemt hun moeder de kinderen mee naar Nederland. In Amsterdam raken de broers bevriend met een jongen uit de straat, Eric Duinmeijer.
En Kerwins leven – pril, vrolijk en onstuimig, getuige fraaie privébeelden van de guitige tiener in het zwembad, rolschaatsend op straat en in de boksring – eindigt op de Dam. Hij wordt een symbool, als Kerwin Duinmeijer. Tot groot verdriet van zijn eigenlijke familie, blijkt in deze driedelige serie van Sacha Vermeulen. In de Nederlandse media wordt Kerwin consequent weggezet als een zwarte jongen uit een wit gezin en krijgen de Duinmeijers de positie van directe familie toebedeeld. Het drijft een wig tussen de twee getroffen families, die elk rouwen om hun eigen Kerwin. Uiteindelijk komt het, een half leven later, tot een ontmoeting tussen Purly Lucas en Nicoline Duinmeijer.
Aan Nico Bodemeijer, de zestienjarige jongen die met een messteek Kerwins leven heeft beëindigd, besteedt de serie verder nauwelijks aandacht. Hij wordt vooral geportretteerd als de losgeslagen representant van een onverdraagzaam klimaat, dat in de jaren tachtig vleugels krijgt door de opkomst van de extreemrechtse Centrumpartij/Centrumdemocraten. In een uitzending van het televisieprogramma Profiel uit 2008 ontkent de voormalige skinhead overigens dat hij Kerwin heeft neergestoken vanwege zijn huidskleur. Het lot van Bodemeijer, wiens vader tijdens de Tweede Wereldoorlog nota bene in de kampen heeft gezeten, zal later nog op een tragische manier verbonden raken met Kerwins vriend Eric Duinmeijer.
Intussen maakt deze gedegen docuserie van het symbool Kerwin Duinmeijer weer een jongen van vlees en bloed: Kerwin Lucas.
4. Denzel Washington – An American Model (dinsdag 12 december, om 22.35 uur, op NPO2)
Wat hebben Malcolm X en Rubin ‘Hurricane’ Carter en Steve Biko met elkaar gemeen? In ons collectieve geheugen zouden de controversiële burgerrechtenleider, de onterecht veroordeelde bokser en de Zuid-Afrikaanse anti-Apartheidsstrijder wel eens één en hetzelfde gezicht kunnen hebben: dat van Denzel Washington, de Amerikaanse acteur die de zwarte iconen omturnde tot onvergetelijke filmpersonages.
In het tv-portret Denzel Washington – An American Model (52 min.) loopt Sonia Dauger, aan de hand van oude interviews en klassieke scènes uit zijn omvangrijke filmografie, netjes de carrière van de Afro-Amerikaanse filmster door. Ze belicht die vanuit een duidelijke invalshoek: zijn positie als zwarte acteur in een witte industrie. Op het eerste gezicht heeft Washington ‘t aardig voor elkaar. Hij groeit eerst uit tot een ideaal rolmodel voor de zwarte gemeenschap en kan later zelfs de oversteek maken naar witte rollen. Herstel: naar rollen waarbij huidskleur er helemaal niet toe doet en die dus voorheen standaard naar een witte acteur gingen.
Ook in zulke rollen, vertelt de Nederlandse verteller van dienst Andrew Makkinga (die wel heel veel tekst krijgt van Dauger), wordt de acteur evenwel met beperkingen geconfronteerd. Want een zwarte man die, ook al is ‘t alleen op het witte doek, een relatie krijgt met een witte vrouw? Nee, dat blijft een brug te ver. Wat in het scenario voor een speelfilm nog wordt beschreven als een liefdesrelatie, kat Denzel Washington dus hoogstpersoonlijk, puur uit voorzorg, om tot een onschuldige vriendschap. En als hij daarnaar wordt gevraagd in interviews, speelt Washington, een rasacteur tenslotte, de vermoorde onschuld.
Hij weet als geen ander hoe nauw ‘t luistert voor zwarte mannen in Amerika. Voor je ‘t weet word je alsnog aangezien voor zo’n boos, seksbelust of gevaarlijk exemplaar, waarbij iedere weldenkende witte Amerikaan uit de buurt blijft. En Washington wil, net als Sidney Poitier in 1963, nog altijd eens een Oscar voor beste hoofdrol winnen. In 2002 is ‘t dan eindelijk zover: hij krijgt een Academy Award voor zijn vertolking van een zwarte schurk, die in de film Training Day voor de zekerheid nog wel gewelddadig aan zijn einde wordt gebracht. Want anders…
Het betekent meteen de ommekeer voor de karakteracteur, die de brave rollen waarmee hij altijd werd geassocieerd regelmatig begint in te ruilen voor gelaagdere personages. Zo verdiept en verbreedt Denzel Washington zijn eigen oeuvre en kan hij meteen als bruggenhoofd fungeren naar een nieuwe generatie Afro-Amerikaanse acteurs, die hem vanzelfsprekend op handen draagt.
KIJK HIER: Denzel Washington - An American Model
5. The Mission (woensdag 13 december, om 21.30 uur, op National Geographic)
Zendingsdrang of toch grootheidswaanzin? In november 2018 reist de 26-jarige Amerikaan John Chau af naar Noord-Sentinel, één van de Andaman-eilanden ten oosten van India. De christelijke influencer is vastbesloten om de geïsoleerd levende inheemse bevolking te bekeren tot het geloof. ‘Heer, is dit eiland Satans laatste bolwerk waar niemand uw naam heeft gehoord of zelfs maar de kans heeft gehad om die te horen?’ schrijft hij in één van de brieven, die voor deze film van Amanda McBaine en Jesse Moss (Boys State) zijn ingelezen door een acteur.
The Mission (103 min.) van de jonge zendeling komt snel aan z’n einde, waarschijnlijk nog voordat hij voet aan wal heeft gezet op het beschermde eiland waarnaar hij in een kano illegaal is afgereisd. De ‘primitieve’ plaatselijke bevolking heeft de archetypische ‘white savior’, die hen komt redden van niets minder dan de hel, vermoedelijk direct onschadelijk gemaakt. Voordat de missionaris hen over zijn onbegrijpelijke God heeft kunnen vertellen of kon besmetten met schadelijke ziekten. Met pijl en boog bovendien, om het verhaal helemaal af te maken.
Deze gelaagde docu – aangekleed met animaties van zijn tocht, privéfilmpjes en allerhande fragmenten uit (speel)films die hem hebben geïnspireerd – reconstrueert hoe John Chau tot zijn onbezonnen onderneming is gekomen. Was het werkelijk de behoefte om de leer van zijn Heer te verbreiden? Of was de Aziatische Amerikaan toch ook, in lijn met zijn favoriete boeken over Robinson Crusoe en Kuifje, uit op een avontuur, waarover hij nog jaren aan zijn kinderen zou kunnen vertellen? Om, in zijn eigen woorden, juist daarheen te gaan ‘where none have gone.’
McBaine en Moss plaatsen Chau’s ‘claim to fame’, die van hem overigens daadwerkelijk een martelaar heeft gemaakt in zijn eigen gemeenschap, binnen de traditie van missionarissen, die naar allerlei paradijselijke plekken op aarde afreizen om de plaatselijke bevolking er, goedschiks dan wel kwaadschiks, van te overtuigen dat ook zij het licht kunnen zien. ‘Wij beslissen anders voor een groep mensen dat zij nooit over Jezus hoeven te horen’, verwoordt Pam Arlund van All Nations, de organisatie die Chau trainde, het bijbehorende sentiment. ‘Dat is een schending van hun mensenrechten.’
Daniel Everett, die zelf dertig jaar als missionaris in Brazilië bij de Piraha-indianen bivakkeerde, is inmiddels wel genezen van zijn Messias-complex. Zijn persoonlijke relaas, geïllustreerd met fraaie archiefbeelden, wordt door de filmmakers zeer effectief gebruikt als een blauwdruk voor wat John Chau had kunnen gebeuren als ook hij de gelegenheid had gekregen om een half leven te midden van goddeloze inboorlingen te verkeren. ‘God is een buitenlander’, zegt een Piraha-man treffend. ‘We kennen hem niet. En we willen hem ook helemaal niet leren kennen.’
John Chau’s vader Patrick, een psychiater die ooit vanwege Mao’s Culturele Revolutie uit China is gevlucht, probeert intussen te ontdekken wat er in zijn zoon omging, terwijl historicus Adam Goodheart, die een boek schreef over zijn eigen ervaringen met een stam op de Andaman-eilanden, de westerse blik waarmee wij naar zulke volkeren kijken kritisch beschouwt. Want voor missies zoals die van John Chau is een typische mengelmoes van geestdrift en hoogmoed nodig, die in deze stevige film overtuigend in z’n maatschappelijke en historische context wordt geplaatst.
6. Warnow – Reis Naar Het Noorderlicht (donderdag 14 december, om 22.20 uur, op NPO2)
Het is zo’n onbezonnen avontuur dat wel tot sterke verhalen moet leiden. Of het ook leuke verhalen zijn, valt alleen nog te bezien. Net zoals op voorhand ook niet zeker is dat iedereen ervan terugkeert. Want hoewel ze niet al te veel zeilervaring hebben, besluit een bont gezelschap van acht muzikale vrijbuiters in 2013 om met hun boot de Warnow naar het Noorderlicht te gaan zeilen. De tocht begint thuis in Schiedam en moet via Engeland en Schotland naar Noorwegen leiden.
Het plan is om er meteen ook een documentaire van te maken en die dan voor grof geld te verkopen. Zodat ze daar later weer een reis naar Mexico of de Caribische eilanden van kunnen betalen. De realiteit blijkt echter weerbarstiger – en stormachtiger – dan het romantische idee dat de Nederlandse alto’s er van tevoren van hadden. Ten noorden van het Britse kustplaatsje Whitby dreigen ze met hun boot eerst opgeslokt te worden door het woelige water en later te pletter te slaan op de rotsen.
En dan is Warnow – Reis Naar Het Noorderlicht (98 min.), de enerverende documentaire die Wim van der Aar heeft gemaakt van het door henzelf gefilmde beeldmateriaal, de audioquotes die hij uit interviews met enkele opvarenden van de Warnow heeft gehaald en de getuigenissen van mensen die ze op hun dollemanstocht tegenkwamen, nog niet eens halverwege. Tegen die tijd ligt allang de vraag op tafel of de Warnow überhaupt dat beoogde Noorderlicht zal bereiken.
Want hoewel de avonturiers zich maanden hebben voorbereid op de trip, worden ze onderweg toch overvallen door de verraderlijke Noordzee en het leven aan boord. Enkele opvarenden zien al snel scheel van de zeeziekte. En hun boot blijkt toch echt aan de kleine kant voor acht mensen en een hond. De groep dreigt daardoor uit elkaar te vallen en weet slechts met enkele onstuimige concerten op hun pleisterplaatsen de eenheid te bewaren. Voor zolang als het duurt.
Er is duidelijk onheil op komst. Het lijkt alleen de vraag of die zich aandient in de vorm van fatale frictie aan boord of een ongeluk op zee, al dan niet vergezeld van Lord Of The Flies-achtige taferelen. Want uit wie er aan het woord komen in deze documentaire volgt automatisch ook wie er niet aan het woord komen – en de vraag wat er met hen is gebeurd. Van der Aar werkt gestaag toe naar het moment waarop de kaarten worden verdeeld en tekent daarna op wat die voor eenieder in petto hebben.
Zijn film groeit desondanks uit tot een ongegeneerde ode aan het avontuur en zij die, zonder er verder al te diep over na te denken, bereid en in staat zijn om daarvoor alles achter zich te laten. Zonder de garantie dat ze het nog ooit terugzien – of dat zij nog ooit worden teruggezien. Op weg naar een stip op de horizon, die misschien altijd buiten bereik blijft. Omdat de reis nu eenmaal belangrijker is dan de bestemming.
Trailer Warnow - Reis Naar Het Noorderlicht
7. Otto Baxter: Not A F***ing Horror Story (SkyShowtime)
Een blauwe pijl wijst naar rechts. ‘Beautiful woman’ auditions, staat erbij. Binnen staat de Britse regisseur Otto Baxter te wachten op geschikte kandidaten voor zijn autobiografische horrorfilm. Ze moeten een scène spelen in een pub waarbij ze terugdeinzen voor een monsterbaby. ‘Wat bedoel je daarmee?’ vraagt Peter Beard, terwijl Otto een actrice begroet. Hij reageert direct: ‘Ze noemden me een monster. Blijf uit z’n buurt.’ Of meisjes dat in het echt ook doen? vraagt Beard. ‘Meestal wel.’ Otto kijkt er bedremmeld bij. Na enig doorvragen vertelt hij wat ze dan zeggen: ‘Ga weg, Downser!’
Als regisseur van The Puppet Asylum, een griezelversie van zijn eigen leven waaraan hij jaren heeft gewerkt, kan Otto Baxter zulke gevoelens nu een plek geven – al heeft hij zelf ook nog wel wat te leren over de omgang met het andere geslacht. Beard en zijn collega Bruce Fletcher begeleiden hem in dat proces en maken meteen een documentaire over hun vriend met het Syndroom van Down. De drie hebben elkaar ontmoet bij een eerdere productie, Otto: Love, Lust And Las Vegas (2009), waarin hij zijn eerste seksuele ervaring zou gaan beleven. ‘Fucking good!’, vindt Otto zelf.
Voor Otto Baxter: Not A F***ing Horror Story (84 min.) willen de documentairemakers, die zich inmiddels ook hebben opgeworpen als zijn officiële vertegenwoordigers, dat hij echt het achterste van zijn tong laat zien. Tussen de opnames voor de speelfilm door vragen ze Otto en zijn moeder Lucy het hemd van het lijf. Als alleenstaande vrouw heeft Lucy Baxter vier jongens met het Syndroom van Down geadopteerd. Ze is een echte moeder voor hen geworden. Want hoewel Otto zijn best doet om een relatie met haar te onderhouden, hij heeft nauwelijks contact met zijn biologische moeder Alex.
Via hun mediagenieke hoofdpersoon tonen Beard en Fletcher de achterkant van het leven met een verstandelijke beperking – al wordt hun docu nooit echt pijnlijk of ontluisterend. Niet in het minst doordat Otto zelf over meer dan genoeg humor en zelfspot beschikt om elke situatie direct te relativeren ‘Als ze je film hebben gezien en zien hoe goed je regisseert, wat hoop je dan dat ze denken?’ vraagt Peter Beard hem bijvoorbeeld tot slot. ‘Ik wil dat mensen zeggen: we kunnen hem inhuren als stripper.’ Waarna Otto en zijn vrienden elk eventueel ongemak smakelijk weglachen.
Met een gezonde dosis humor en zonder te zwaar op de hand te worden neemt deze documentaire Otto Baxter niettemin volstrekt serieus. Ook als filmmaker. En dus wordt Not A F***ing Horror Story natuurlijk afgesloten met de première van Otto Baxters debuutfilm. Hij heeft al een vervolg in zijn hoofd.
Trailer Otto Baxter: Not A f***ing Horror Story
8. My Upside Down World (vrijdag 15 december, om 20.30 uur, op NPO2 Extra)
Ze klimt nog gewoon, hoor. Sinds Angelika Rainer is gestopt, kijkt er alleen geen jury meer mee bij de drievoudige wereldkampioene ijsklimmen. En ze hoeft ook niet meer tegen de klok te klauteren. ‘De IJskoningin’ begon enkele jaren geleden last te krijgen van de permanente druk om te presteren en verloor mede daardoor de lol in het ‘klettern’. Tegenwoordig verlegt de Italiaanse klimster zonder competitie haar eigen grenzen in weldadige decors te Zwitserland, IJsland en Griekenland.
Intussen heeft Rainer in My Upside Down World (70 min.) echter, in de woorden van haar man en coach Marco Servalli, nog altijd een draak te verslaan: zichzelf. Beter: het stemmetje dat zegt dat ze iets niet kan. Dat gevoel gaat ver terug. Nadat Angelika’s vader het gezin had verlaten, groeide zij alleen met haar moeder op in Zuid-Tirol. Ze miste een vaderfiguur in haar leven en elke vorm van zelfvertrouwen, vertelt de Italiaanse klimster in deze bijzonder fraai ogende film van Elena Goatelli.
Die zet duidelijk niet in op spanning en drama, maar benadrukt de persoonlijke zoektocht van haar hoofdpersoon en de zelfreflectie die daarmee gepaard gaat. Met elke haak die ze in een berg- of ijswand bikt, bepaalt Angelika meteen hoe ze zelf verder gaat. Als sporter, als mens én als vrouw. ‘Ik weet dat ik de eerste vrouw in mijn familie ben die daadwerkelijk kan doen wat ze wil’, constateert ze onderweg. En elk klimtraject dat ze, alsnog, succesvol afrondt zorgt voor hernieuwd vertrouwen.
Heel even voelt ze zich dan onoverwinnelijk. Je bent nu eenmaal een winnaar of niet. Maar op de keper beschouwd is er maar één ding dat écht telt, weet Angelika Rainer: de overwinning op jezelf. En die boek je stapje voor stapje, behoedzaam klimmend. Naar de grenzen van je eigen comfort zone.
9. Slipjacht (zondag 17 december, om 17.45 uur, op NPO2)
‘Hunting is all worth living for’, opent jachtruiter Yvonne de Slipjacht (19 min.) met een citaat van de Britse schrijver R.S. Surtees. ‘All time is lost what’s not spend in hunting.’ Wees echter gerust: in het Gelderland van de 21 eeuw wordt geen jacht gemaakt op een losgelaten dier, maar het spoor gevolgd dat een sliptrekker heeft getrokken.
Eerst nog even een drankje om op te warmen, want slipjacht is een aangelegenheid voor in de wintermaanden. En dan worden de honden, begeleid door hoorngeschal, losgelaten in het veld. Vroeger joegen ze samen met ruiters te paard op een vos. Tegenwoordig wordt er dus gejaagd op een slip die enkele dagen in het vocht van koeienpens heeft gelegen.
Met de zogenaamde whipper-in, zowel een riding als een non-riding member, twee jeugdige leden en een jachtruiter belichten Bo van der Meer en Malou Wagenmaker de mores van deze traditie, die met z’n nette kostuums en elitaire imago in een ander tijdsgewricht thuis lijkt te horen – en volgens sommige natuurbeschermers in elk geval niet meer in deze tijd past.
Het levert in elk geval bijzonder fraai beeldmateriaal op, veelal in slow motion uitgeserveerd, van ‘goede luyden’ die prettig met elkaar verpozen in het Nederlandse buitengebied. Van een meute gretige honden bijvoorbeeld, of een colonne trotse ruiters te paard die, zeker als ze versmelten met stuwende klassieke muziek, welhaast Britse allure krijgen.
10. De klassieker: Easy Riders Raging Bull: How The Sex, Drugs And Rock ‘N’ Roll Generation Saved Hollywood (YouTube)
Vraag een willekeurige kenner van de Amerikaanse cinema om z’n favoriete periode te noemen en dikke kans dat ie met de seventies op de proppen komt, de jaren waarin regisseurs de macht grepen in Hollywood. Peter Biskind schreef daarover in 1998 een machtig interessant boek: Easy Riders, Raging Bulls: How The Sex, Drugs And Rock ‘N’ Roll Generation Saved Hollywood (113 min.). Vijf jaar later volgde de bijbehorende documentaire van Kenneth Bowser.
Met de generatie die destijds de ommekeer bewerkstelligde in de filmwereld schetst Bowser hoe grote studio’s zoals Warner Brothers, Paramount en 20th Century Fox halverwege de jaren zestig de concurrentiestrijd met televisie leken te hebben verloren en op omvallen stonden. Uit pure noodzaak ontstond er vervolgens ruimte voor eigenzinnige filmmakers die, gevoed door Europese cinema en opgegroeid binnen het B-film circuit, de vastgelopen industrie daarna een gigantische opdonder verkochten.
Kaskrakers zoals Bonnie And Clyde, Easy Rider, Midnight Cowboy, The Wild Bunch, The Last Picture Show, The Godfather, American Graffiti, Mean Streets, The Exorcist, Chinatown, Taxi Driver en Raging Bull weerspiegelden perfect de tijdgeest en toonden aan dat eigenzinnige films, waarbij de regisseur ‘final cut’ had bedongen, wel degelijk een groot publiek konden bereiken. Met het succes kwamen echter ook de enorme ego’s, neuroses en verslavingen.
Verteller William H. Macy loopt dit interessante stuk filmgeschiedenis netjes door met anti-establishment filmmakers zoals Peter Bogdanovich, Dennis Hopper, Arthur Penn, Paul Schrader en John Milius (waarbij opvalt dat Francis Ford Coppola, Martin Scorsese, William Friedkin en Robert Altman ontbreken; zij zijn wél van de partij in een documentaire uit hetzelfde jaar over precies hetzelfde thema, A Decade Under The Influence). Verder laat hij de acteurs Cybill Shepherd, Peter Fonda, Ellen Burstyn, Richard Dreyfuss en Karen Black aan het woord over hun ervaringen en lardeert hun herinneringen met een stortvloed aan filmfragmenten.
Zo ontstaat een levendig beeld van de jaren waarin de filmgekken voor heel even het gesticht konden overnemen. Totdat Steven Spielberg en George Lucas – zo wil althans de Hollywood-versie van de gebeurtenissen – met respectievelijk Jaws en Star Wars korte metten maakten met de hoogtijdagen van de Amerikaanse auteurscinema en de tijd inluidden van de blockbuster, een nieuwe variant op de aloude B-film die met een gigantisch budget mocht worden gemaakt én gepromoot.
KIJK HIER: Easy Riders Raging Bull: How The Sex, Drugs And Rock ‘N’ Roll Generation Saved Hollywood
IN DE BIOSCOOP
Gerlach (vanaf donderdag in de bioscoop
Voor de boerderij staat een goudgele ‘G’, met daaronder een rood bordje met ‘Gerlach’s‘ erop. Het is een directe verwijzing naar het nabijgelegen McDonald’s-restaurant, dat hem regelmatig van zijn nachtrust berooft. Hier is Gerlach’s Aardappel Paradijs gevestigd. Hij noemt zichzelf de laatste akkerbouwer. Om hem heen, onder de rook van Schiphol, is verder nauwelijks nog een boer te vinden. De verstedelijking rukt steeds verder op. Vliegtuigen vliegen af en aan. Er zit een bedrijventerrein in de planning. En de sneltram naar Amsterdam komt er naar verluidt ook aan. Over enkele jaren zal die er wel liggen, denkt Gerlach, dwars over zijn eigen land. LEES VERDER
EN VERDER…
Op Netflix is de serie World War II: From The Front Lines te bekijken, met veel ingekleurde beelden van de Tweede Wereldoorlog.